Voorzitter/lid bezwarenadviescommissies ministeries is voor werkzaamheden geen btw-ondernemer

Op 26 juni 2020 is een arrest gepubliceerd waarin de Hoge Raad oordeelt, dat X geen btw is verschuldigd over de vergoedingen, die zij in rekening heeft gebracht voor haar werkzaamheden als voorzitter/lid van de bezwarenadviescommissies van verschillende ministeries.

Feiten

X heeft voor diverse ministeries werkzaamheden verricht als voorzitter of lid van een bezwarenadviescommissie. Zij is daartoe telkens voor een periode van 4 jaar door de minister van het desbetreffende ministerie benoemd. Voor haar commissiewerkzaamheden ontvangt X een vergoeding. De hoogte daarvan wordt bepaald aan de hand van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. X heeft in 2014 over de vergoedingen die zij heeft ontvangen op aangifte btw voldaan. Tegen deze btw-aangifte heeft zij bezwaar gemaakt, omdat zij van mening is dat zij bij het verrichten van de commissiewerkzaamheden niet handelt als btw-ondernemer.

Oordeel Hoge Raad

Naar het oordeel van de Hoge Raad verricht X de commissiewerkzaamheden niet als btw-ondernemer en derhalve is zij over de vergoedingen voor de commissiewerkzaamheden geen btw verschuldigd. De Hoge Raad overweegt daarbij dat:

• de leden van de bezwarenadviescommissie hun werkzaamheden in het kader van die commissie niet uitoefenen in een verhouding van ondergeschiktheid;
• de commissiewerkzaamheden geen zelfstandig uitgeoefende economische activiteit vormen. Zowel de voorzitter als de andere leden van de bezwarenadviescommissie hebben geen individuele taken of verantwoordelijkheden. Zij verrichten de werkzaamheden als lid van de bezwarenadviescommissie en niet op eigen naam, voor eigen rekening en/of onder eigen verantwoordelijkheid. Zij lopen evenmin een economisch risico. 

Publicatiedatum: 26 juni 2020