De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU over de begrippen ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’ en ‘beheer’ in verband met de btw-vrijstelling inzake collectief vermogensbeheer. De vragen luiden als volgt:

1. Moet de btw-vrijstelling met betrekking tot collectief vermogensbeheer zo worden uitgelegd, dat een vennootschap die is opgericht door meer dan één belegger met enkel het doel het bijeengebrachte vermogen te beleggen in onroerende zaken, kan worden aangemerkt als een gemeenschappelijk beleggingsfonds in de zin van deze btw-vrijstelling?
2. Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend is: Moet de btw-vrijstelling met betrekking tot collectief vermogensbeheer zo worden uitgelegd, dat onder het begrip ‘beheer’ mede moet worden begrepen de door de vennootschap aan een derde uitbestede, feitelijke exploitatie van de onroerende zaken van de vennootschap?

De Hoge Raad zal wachten op een arrest van het Hof van Justitie, voordat hij arrest zal wijzen in deze zaak.