Vrijwillig vertrekken en toch een WW-uitkering

Vrijwillig vertrekken en toch een WW-uitkering

Een vrijwillige vertrekvergoeding toekennen aan een werknemer en daarnaast ook de kosten van een WW-uitkering van deze werknemer moeten dragen? Dat kan, zo oordeelde de Centrale Raad van Beroep in een aan haar voorgelegde zaak.

Het ging om een hbo-onderwijsinstelling waar een sociaal plan van toepassing was wegens bedrijfseconomische redenen. Boventallig personeel moest eruit. Als een werknemer die niet onder het sociaal plan viel er toch gebruik van wilde maken en vrijwillig opstapte, werd deze werknemer hiervoor financieel gecompenseerd.

Een werkneemster die van deze regeling gebruikmaakte, kreeg na beëindiging van de arbeidsovereenkomst een vergoeding van ruim € 26.000. Vervolgens vroeg ze een WW-uitkering aan bij het UWV. Het UWV de uitkering toe, wat betekende dat de hbo-instelling als eigenrisicodrager zelf de uitkering moest bekostigen. Dit ging de school te ver. De school stelde zich op het standpunt dat de werkneemster vrijwillig ontslag had genomen en daarom geen recht had op een WW-uitkering.

Als een werknemer van een vrijwillig vertrekregeling gebruikmaakt die de werkgever heeft aangeboden, houdt zijn ontslagverzoek in het algemeen in dat zijn vertrek een bedrijfseconomische reden heeft, zo oordeelde de Centrale Raad van Beroep. Bij beëindiging van de dienstbetrekking als gevolg van bedrijfseconomische reden gaat het UWV ervan uit dat dit op initiatief van de werkgever gebeurt. De werkneemster had dus recht op een WW-uitkering. In deze zaak was de hbo-instelling dus eigenrisicodrager voor de WW en moest zo de kosten van de WW-uitkering dragen.

Publicatiedatum: 25 september 2013


Deel dit nieuwsbericht