Waarde in het economisch verkeer niet gelijk aan beurswaarde

Waarde in het economisch verkeer niet gelijk aan beurswaarde

Op 3 maart 2014 is een uitspraak van Gerechtshof Den Haag gepubliceerd over het genietingsmoment en de waardering van een verkregen pakket aandelen Over dezelfde aandelenkoopplan hebben de rechtbanken Den Haag en Arnhem in 2012 verschillend geoordeeld. Beide rechtbanken kwamen tot een verschillende interpretatie van dezelfde feiten. In de hoger beroepsprocedure tegen de uitspraak van rechtbank Den Haag heeft Gerechtshof Den Haag nu zijn oordeel gegeven.

Het opzienbarende van deze hofuitspraak is de vaststelling van de waarde in het economische verkeer van de aandelen. De Belastingdienst neemt als uitgangspunt de beurskoers met een afwaardering van 15% (zes jaar lock-up x 2,5%). Belanghebbende gaat uit van de intrinsieke waarde van de aandelen. Beide waarderingen worden door het hof verworpen. Het hof stelt dat bij de vaststelling van de waarde in het economisch verkeer van de aandelen rekening moet worden gehouden met de vervreemdingsbeperkingen en het feit dat bij verkoop van de aandelen op de beurs een enorme verwatering van de aandelenkoers zal optreden. Dit zal een negatieve invloed op de koers hebben. Het hof stelt de waarde in het economische verkeer van de aandelen in goede justitie vast op zo’n 25% van de beurskoers. Aanzienlijk lager dan de waarde die rechtbank Arnhem aan de aandelen toedichtte.

Publicatiedatum: 17 maart 2014


Deel dit nieuwsbericht