Wanneer is voorziening voor transitievergoeding mogelijk?

Wanneer is voorziening voor transitievergoeding mogelijk?


Eerder
 hebben we bericht over de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland over de vraag of een voorziening kan worden gevormd voor een aan een werknemer in de toekomst te betalen transitievergoeding. In deze uitspraak werd geoordeeld dat dat kan, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit het zogenoemde Baksteenarrest.

In de Staatscourant van 12 maart 2020 is een besluit van 26 februari 2020 gepubliceerd waarin enige handvatten op het terrein van goed koopmansgebruik zijn opgenomen voor zover het betreft de vorming van een voorziening voor toekomstige uitgaven.

Eén van de voorbeelden in dit besluit gaat in op de vorming van een voorziening voor een te betalen transitievergoeding. Stapsgewijs worden de voorwaarden uit het Baksteenarrest nagelopen.

Oorsprong van uitgaven liggen vóór balansdatum
Een werkgever moet aan de werknemer een transitievergoeding betalen als, kort gezegd, het arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever of – in geval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever – op initiatief van de werknemer is geëindigd of niet is verlengd (artikel 7:673 BW). De wettelijke regeling en de arbeidsovereenkomst tezamen maken dat aan de oorsprongeis zal zijn voldaan.

Toerekening van toekomstige uitgaven aan periode vóór balansdatum
De verstreken diensttijd is mede bepalend voor de hoogte van de transitievergoeding. Aan de toerekeningseis wordt dan voldaan voor zover de uitgave ziet op de verstreken diensttijd op balansdatum.

Redelijke mate van zekerheid dat uitgaven zich zullen voordoen
Als dan op balansdatum ook sprake is van een redelijke mate van zekerheid dat het dienstverband na balansdatum zal eindigen – op balansdatum is bijvoorbeeld een concreet voornemen tot ontslag aanwezig – en ook overigens deze beëindiging zal leiden tot een uitgave in de vorm van een transitievergoeding na balansdatum, kan een voorziening worden gevormd.

De voorziening is ten hoogste de (verwachte) te betalen transitievergoeding maal de verstreken diensttijd tot balansdatum gedeeld door de totale (verwachte) diensttijd. Met eventueel (te) ontvangen compensatie moet rekening worden gehouden bij de bepaling van de hoogte van een voorziening.

Publicatiedatum: 23 maart 2020


Deel dit nieuwsbericht