De verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen is onderworpen aan de heffing van overdrachtsbelasting. In een aan de Hoge Raad voorgelegde zaak, was in geschil of een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (wkk; een installatie voor het tegelijkertijd opwekken van warmte en elektriciteit) al dan niet een onroerende zaak is voor de heffing van overdrachtsbelasting.

De Hoge Raad laat het oordeel van Hof ’s-Gravenhage, dat de wkk voor de heffing van overdrachtsbelasting een onroerende zaak is, in stand. Ter zake van de verkrijging van de wkk is dan ook overdrachtsbelasting verschuldigd.

Voor de heffing van overdrachtsbelasting moet de vraag, of sprake is van een onroerende zaak, worden beantwoord aan de hand van het civiele recht. Voor de btw-heffing wordt deze vraag beantwoord aan de hand van een in de Europese jurisprudentie ontwikkelde definitie. Dat kan ertoe leiden dat voor de overdrachtsbelasting wel sprake is van een onroerende zaak maar voor de btw niet. Onder omstandigheden kan dat ertoe leiden dat ter zake van de overdracht van een zaak zowel btw als overdrachtsbelasting is verschuldigd. De staatssecretaris van Financiën heeft dit met een goedkeuring in een besluit willen voorkomen.

Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.