Wel proceskostenvergoeding maar geen schadevergoeding

Wel proceskostenvergoeding maar geen schadevergoeding


Op 6 februari 2014 is een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag gepubliceerd inzake schadevergoeding (artikel 8:73 van de Awb) en vergoeding van proceskosten (artikel 8:75 van de Awb). Aanvankelijk was in deze procedure de WOZ-waarde in geschil. In hoger beroep hebben partijen echter overeenstemming bereikt over de WOZ-waarde zodat nog uitsluitend in geschil was of belanghebbende recht had op vergoeding van proceskosten en schadevergoeding.

Voor de beantwoording van de vraag of belanghebbende immateriƫle schade heeft geleden, heeft het Hof aansluiting gezocht bij het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek.

Het Hof is van oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt, dat hij door het handelen van de inspecteur schade heeft geleden. Evenmin ziet het Hof redenen voor toekenning van immateriƫle schadevergoeding wegens het overschrijden van de redelijke termijn. Rechtbank Den Haag heeft namelijk binnen twee jaren nadat het bezwaarschrift door de inspecteur was ontvangen uitspraak gedaan en zelfs het Hof heeft binnen deze termijn uitspraak gedaan.

De Hoge Raad hanteert voor de beoordeling of de redelijke termijn is overschreden als uitgangspunt, dat de behandeling van het bezwaar en beroep in eerste aanleg (de procedure voor de rechtbank) tezamen, in beginsel ten hoogste twee jaren mag duren (een half jaar voor de bezwaarfase en anderhalf jaar voor de procedure voor de rechtbank; zie r.o. 3.4.4 van het arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2013, nr. 11/04270, ECLI:NL:HR:2013:BX6666). De behandeling van het hoger beroep mag eveneens in beginsel niet meer dan twee jaren in beslag nemen (zie rechtsoverweging 3.3.3 van het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2011, nr. 09/05112, ECLI:NL:HR:2011:BO5080 en rechtsoverweging 4.3 van het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2005, nr. 37.984, ECLI:NL:HR:2005:AO9006).

Het Hof heeft de inspecteur wel veroordeeld in de proceskosten (reiskosten en verletkosten; artikel 8:75 van de Awb juncto artikel 1, onderdelen c en d, van het Besluit proceskosten bestuursrecht). Verletkosten zijn kosten van tijdsverzuim voor bijvoorbeeld het persoonlijk bijwonen van een zitting. Tijdsverzuim voor bijvoorbeeld het lezen van stukken behoren daar niet toe (arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2001, nr. 35.988, ECLI:NL:HR:2001:AB0636, r.o. 3.1 en het arrest van de Hoge Raad van 21 september 2012, nr. 11/02928, ECLI:NL:HR:2012:BX7940, r.o. 3.3).

Zeker Fiscaal beschikt over veel kennis en ervaring op het gebied van procederen in belastingzaken. Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft over formeelrechtelijke aspecten of procesregels op het gebied van belastingrecht, neemt u dan gerust contact op met Micha Soltysik via 0487-51 02 89 of via 06-22 96 03 19.


Publicatiedatum: 13 februari 2014


Deel dit nieuwsbericht