Werkgever kan zich niet verschuilen achter rittenregistratiesysteem

Werkgever kan zich niet verschuilen achter rittenregistratiesysteem

Wanneer door de werkgever een auto ter beschikking is gesteld aan de werknemer, dan wordt deze auto krachtens artikel 13bis, eerste lid, Wet op de loonbelasting 1964 in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.

Wanneer niet aangetoond kan worden dat de auto niet voor meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt, dan zal een correctie aan de werkgever worden opgelegd. De correctie zal aan de werknemer worden opgelegd, indien aan hem een ‘verklaring geen privégebruik auto’ is verstrekt. Zie ook een eerder nieuwsbericht.

Op 27 februari 2020 is een uitspraak van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd waarin het ging om een ter beschikking gestelde auto die uitgerust is met een rittenregistratiesysteem. Deze rittenregistratiesysteem functioneerde echter niet goed. De leverancier had dat onderkend en de werkgever daarover bericht. Het hof komt – in navolging van de rechtbank – tot het oordeel dat het falen van het rittenregistratiesysteem voor rekening en risico van de werkgever dient te komen. De registraties van het autogebruik via het rittenregistratiesysteem werd daarmee niet geaccepteerd als bewijs. De verklaringen van de bestuurder van de auto en de overgelegde verklaring van een collega waren, tegenover die betwisting van de Belastingdienst, onvoldoende bewijs dat de auto niet voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt is. Kortom, de naheffing, inclusief boete, van in totaal bijna € 30.000 voor twee jaren bleef in stand.

Belang voor de praktijk
Wij ervaren regelmatig dat er een rittenregistratiesysteem in een auto is geplaatst, maar dat niet de noodzakelijke gegevens worden geregistreerd om aan te kunnen tonen dat een auto niet voor meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt. Het is belangrijk dat sowieso de begin- en eindkilometerstand, het begin- en eindadres, alsmede eventuele omrijkilometers worden geregistreerd. Daarnaast moeten de geregistreerde gegevens uiteraard ook periodiek gecontroleerd worden. Hierbij verlangt de Belastingdienst dat wanneer er privégebruik is geconstateerd er wordt gesanctioneerd.

Gezien het financieel belang dat gemoeid is met de juiste naleving van de fiscale regels ten aanzien van het gebruik van de auto van de zaak, is het aan te raden om het interne proces te (laten) beoordelen. Bij voorkeur door iemand die ervaring heeft met de opstelling van de Belastingdienst ten aanzien van dit proces.

Wilt u meer weten over hoe u het bewijs kunt leveren dat een (auto) van de zaak niet privé wordt gebruikt, neem dan gerust contact met ons op. Dat geldt ook als u de werknemers wenst te laten tekenen voor het verbod geen privégebruik of een controle op het privégebruik wilt invoeren en u voorbeelden zoekt.


Publicatiedatum: 08 maart 2020


Deel dit nieuwsbericht