Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen ook door Eerste Kamer aangenomen

Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen ook door Eerste Kamer aangenomen

De Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen is een feit. Op 26 mei 2015 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel daartoe aangenomen. De wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.

 

De wet beoogt de vennootschapsbelasting (Vpb) zodanig aan te passen dat overheidsondernemingen die economische activiteiten ontplooien op een markt waarop ook niet-overheidsondernemingen (private ondernemingen) actief zijn, op dezelfde wijze aan de heffing van Vpb worden onderworpen als die private ondernemingen. De aanpassingen strekken ertoe een gelijk speelveld te creëren tussen partijen, waarmee ook tegemoet wordt gekomen aan de bezwaren die de Europese Commissie – vanuit een oogpunt van staatssteun en verstoring van de concurrentieverhoudingen – heeft tegen de geldende Vpb-vrijstelling voor overheidsondernemingen.

 

Nadat staatssecretaris Wiebes van Financiën op 23 maart 2015 de memorie van antwoord (MvA) naar de Eerste Kamer heeft gestuurd in reactie op vragen vanuit de Eerste Kamer en vragen van de VNG, IPO en UvW, heeft hij op 15 mei 2015 een Nadere memorie van antwoord (NMvA) gestuurd omdat er aanvullende vragen vanuit de Kamer waren. Uit deze antwoorden volgt onder meer dat:  

 

  • om te bepalen of er sprake is van een winststreven, moet worden uitgegaan van de commerciële jaarstukken;
  • rechtspersonen die aannemelijk maken dat naast de niet-ondernemingsactiviteiten slechts objectief vrijgestelde activiteiten worden verricht, kunnen volstaan met het indienen van een ‘nihil-aangifte’.

 

In de NMvA geeft de staatssecretaris ook een aantal instructieve voorbeelden onder meer ten aanzien van de exploitatie van een zwembad (blz. 4) en een theater (blz. 11). Hierbij wordt ook ingegaan op het onderscheid als het theater geen activiteit is van een gemeente maar van een Gemeenschappelijke regeling (GR).

Publicatiedatum: 28 mei 2015


Deel dit nieuwsbericht