Wiebes beantwoordt ook de resterende schriftelijke vragen over de werkkostenregeling

Wiebes beantwoordt ook de resterende schriftelijke vragen over de werkkostenregeling

In de Kamerbrief van 7 november 2014 heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën de resterende vragen van het wetgevingsoverleg over het Belastingplan 2015 beantwoord. Hierbij beantwoordt de staatssecretaris ook een aantal openstaande vragen over de werkkostenregeling.

 

Anders dan in de Kamerbrief van 30 oktober 2014 zijn er nu eigenlijk nauwelijks tot geen verrassende antwoorden. Deze eerdere verrassingen bestonden, zoals eerder bericht, uit de mogelijkheid om bedrijfsfitness aan te merken als een gerichte vrijstelling. Voorwaarde hiervoor is dat het fitness werkgerelateerd is en niet in eerste aanleg dient als ontspanning. Een voorbeeld dat fitness kwalificeert als gerichte vrijstelling is het onderhouden van fitheid die vereist is voor de uitoefening van werkzaamheden zelf. De opmerking van de staatssecretaris dat als de werkgever risico’s ziet voor de gezondheid van zijn werknemers die hij met een gericht fitnessprogramma in zijn Arbobeleidsplan wil wegnemen, ook de gerichte vrijstelling geldt lijkt daarbij mogelijkheden te bieden.

 

Daarnaast was de opmerking van de staatssecretaris over de fiscale kwalificatie van sociaal-maatschappelijke bedrijfsuitjes enigszins verrassend. Hierbij merkte hij immers op dat de reis- en verblijfskosten van zo’n bedrijfsuitje in de regel als gerichte vrijstelling kwalificeren. De vraag is nu wat een sociaal maatschappelijk bedrijfsuitje is? Een dag hand en spandiensten verrichten in een zorginstelling? Een uitje waarbij de opbrengst, opgehaald met het uitje, wordt gedoneerd aan een goed doel? Voer voor nieuwe discussies.

 

Het meest verrassende van de antwoorden van 7 november 2014 is dat de staatssecretaris steunt lijkt te geven om voor de concernregeling aan te sluiten bij de fiscale eenheid in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. De enige obstakel hiervoor lijken de kosten te zijn. Deze zouden € 2 miljoen bedragen afgezien van toenemende uitvoeringskosten. De Kamerleden Dijkgraaf en Koolmees hebben inmiddels hiertoe een amendement ingediend. Eerder was al door Kamerlid Klaver een amendement ingediend om de fietsregeling te herintroduceren.

 

Op 11 en 12 november 2014 vindt de plenaire behandeling van het Belastingplan 2015, inclusief de werkkostenregeling, plaats waarna op 13 november 2014 de stemming in de Tweede Kamer plaatsvindt.

Publicatiedatum: 08 november 2014


Deel dit nieuwsbericht