Wijziging van Regeling Wfsv i.v.m. aanpassing van de premiedifferentiatie gepubliceerd!

Wijziging van Regeling Wfsv i.v.m. aanpassing van de premiedifferentiatie gepubliceerd!

Op 15 juli 2019 is in de Staatscourant de ministeriële regeling gepubliceerd die de Regeling Wfsv wijzigt naar aanleiding van de wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (‘Wfsv’) in het kader van de Wet arbeidsmarkt in balans (‘Wab’). In deze regeling wordt ook geregeld dat uitzendbedrijven die op grond van onderdeel 52 van Bijlage 1 van de Regeling Wfsv waren ingedeeld in andere sectoren dan de uitzendsector (vaksectoren) en waarvan de indeling op grond van het overgangsrecht in dat onderdeel was voortgezet, per de ingangsdatum van de Wab worden ingedeeld in de uitzendsector.

Afschaffing sectorfondsen en sectorpremies
Door de Wab is de financiering van de Werkloosheidswet (‘WW’) gewijzigd door de WW-premie te differentiëren naar aard van het contract: voor vaste contracten gaan werkgevers een lagere WW-premie afdragen dan voor flexibele contracten. Door deze wijziging worden voor de WW de sectorpremies en sectorfondsen afgeschaft. In verband daarmee vervallen ook de bepalingen in de Regeling Wfsv die daarop betrekking hadden.

Overgangsrecht sectorindeling uitzendbedrijven
Sinds de inwerkingtreding van de regeling van 18 mei 2017 tot ‘wijziging van de Regeling Wfsv in verband met afschaffing voor nieuwe gevallen van de mogelijkheid om uitzendbedrijven in een andere sector dan de uitzendsector in te delen’, is het voor uitzendbedrijven niet meer mogelijk om te worden ingedeeld in een vaksector. Met deze regeling wordt – zoals aangekondigd in de memorie van toelichting bij de Wab – ook het overgangsrecht afgeschaft dat bepaalde dat uitzendbedrijven die destijds al in een vaksector waren ingedeeld, daar mochten blijven. Per 2020 worden alle uitzendbedrijven dus ingedeeld in de uitzendsector. Tevens wordt bepaald dat payrollbedrijven niet meer worden ingedeeld in de uitzendsector omdat per 2020 het bijzondere arbeidsrechtelijke regime van de uitzendovereenkomst niet meer van toepassing is op payrollovereenkomsten als bedoeld in het nieuwe artikel 7:692 BW. Payrollbedrijven worden in plaats daarvan ingedeeld in sector 45 (Zakelijke dienstverlening III).

Herziening van de lage WW-premie i.v.m. meer dan 30% extra verloonde uren
De werkgever en werknemer komen samen de gebruikelijke arbeidsduur contractueel overeen. Het aantal verloonde uren kan echter hoger liggen dan de overeengekomen omvang van de te verrichten arbeid, bijvoorbeeld door overwerk. De werkgever geeft de overeengekomen vaste arbeidsomvang per week en het aantal daadwerkelijk verloonde uren per aangiftetijdvak aan in de loonaangifte. Om omzeiling van de hoge premie tegen te gaan dient te worden voorkomen dat vaste contracten worden aangegaan met een (zeer) beperkt aantal vaste uren en in de praktijk structureel overwerk wordt ingezet als flexibele arbeid. Daarom wordt ten aanzien van een werknemer waarvoor de werkgever in een kalenderjaar meer dan 30% extra uren heeft verloond ten opzichte van het aantal uren dat voortvloeit uit de overeengekomen arbeidsomvang in dat jaar de lage WW-premie herzien. De werkgever moet alsnog de hoge WW-premie afdragen over het gehele kalenderjaar of over die periode dat de dienstbetrekking gedurende het kalenderjaar heeft bestaan. Om te berekenen of deze situatie op een werknemer van toepassing is, moet de verhouding tussen het aantal verloonde uren en de totale overeengekomen arbeidsomvang in een kalenderjaar worden berekend. In de toelichting op deze regeling wordt nader ingegaan op onder meer hoe de overeengekomen arbeidsomvang moet worden vastgesteld.


Publicatiedatum: 15 juli 2019


Deel dit nieuwsbericht