Woonhuis waarin een hospice is gevestigd is aan te merken als woning: 2% overdrachtsbelasting

Op 4 juli 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat een woonhuis waarin een hospice is gevestigd, is aan te merken als woning. Daardoor is ter zake van de verkrijging van het pand 2% overdrachtsbelasting verschuldigd in plaats van 6%.

Feiten
Stichting X (hierna: X) heeft in 2013 de eigendom verkregen van een pand met bestemming woonhuis, waarin een hospice is gevestigd. X verhuurt het gebouw aan Stichting Y (hierna: Y) en Y verhuurt de woonunits aan terminaal zieke particulieren. De bewoner koopt zelf de benodigde zorg in. X en Y hebben geen artsen, verpleegkundigen, schoonmakers en ander gekwalificeerd personeel in dienst. Verder beschikken X en Y niet over een door het College van Zorgverzekeringen afgegeven toelating als verpleeginrichting.

Oordeel gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof is het pand niet bestemd om te worden gebruikt als een verpleeg- of verzorgingsinstelling, omdat de activiteiten van X en Y niet zijn gericht op het verlenen van zorg- of verpleegdiensten aan de bewoners. De onroerende zaak moet als woning worden aangemerkt. Het gerechtshof acht hierbij van belang dat de onroerende zaak de kernmerken van een woning heeft en dat de gemeente aan de onroerende zaak een woonbestemming heeft gegeven. Over de verkrijging van de onroerende zaak is 2% overdrachtsbelasting verschuldigd.

Publicatiedatum: 07 juli 2016