Woonhuis waarin een hospice is gevestigd is niet aan te merken als woning: 6% overdrachtsbelasting

Woonhuis waarin een hospice is gevestigd is niet aan te merken als woning: 6% overdrachtsbelasting

Op 24 februari 2017 heeft de Hoge Raad arrest gewezen en geoordeeld dat een woonhuis waarin een hospice is gevestigd, is aan te merken als verzorgingsinstelling en niet als woning. Daardoor is ter zake van de verkrijging van het pand 6% overdrachtsbelasting verschuldigd in plaats van 2%.

 

Feiten
Stichting X (hierna: X) heeft in 2013 de eigendom verkregen van een pand met bestemming woonhuis, waarin een hospice is gevestigd. X verhuurt het pand aan Stichting Y (hierna: Y) en Y verhuurt de woonunits aan terminaal zieke particulieren. De bewoner koopt zelf de benodigde zorg in. X en Y hebben geen artsen, verpleegkundigen, schoonmakers en ander gekwalificeerd personeel in dienst. Verder beschikken X en Y niet over een door het College van Zorgverzekeringen afgegeven toelating als verpleeginrichting.

 

Oordeel Hoge Raad

Naar het oordeel van de Hoge Raad is een voor het opnemen van terminaal zieken ontworpen en ingericht pand naar zijn aard bestemd om dienst te doen als een verzorgingsinstelling en kan derhalve niet als woning worden aangemerkt. Dat de benodigde zorg niet is begrepen in de huurprijs die aan de bewoners in rekening wordt gebracht, dat er geen artsen, verpleegkundigen, schoonmakers en andere gekwalificeerd personeel in dienst zijn van Y en dat het hospice geen verpleeginrichting is, maakt dit niet anders. De objectieve kernmerken van het pand zijn bepalend en niet de contractuele relatie van de bewoners met de exploitant van het pand. Omdat het pand niet kan worden aangemerkt als woning, is over de verkrijging van het pand 6% overdrachtsbelasting verschuldigd.

Publicatiedatum: 24 februari 2017


Deel dit nieuwsbericht