Zzp’er heeft recht op schadevergoeding van opdrachtgever

Rechtbank Limburg heeft recent uitspraak gedaan in een zaak waarin een zelfstandig optredend vliegtuigonderhoudsmonteur (‘zzp’er’) tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden van de vliegtuigtrap valt en zijn enkel verbrijzelt. Door de rechtbank wordt de opdrachtgever aansprakelijk gesteld voor de schade bestaande uit onder meer medische kosten, de kosten voor verpleging en verzorging, een bedrag van ruim € 47.000 aan verlies arbeidsvermogen en smartengeld van € 11.000. Naar de mening van de rechter is er voldoende causaliteit tussen het ongeval, het letsel van de zzp’er en de gevorderde schade.

Opdrachtgevers moeten naast voornoemd aansprakelijkheidsrisico weet hebben dat er een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer ligt die de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (‘Wml’) wijzigt in verband met het van toepassing verklaren van de Wml op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (‘OVO’). Door deze wetswijziging gaat het wettelijk minimumloon ook gelden voor personen die tegen beloning arbeid verrichten op basis van een OVO, tenzij het gaat om mensen die fiscaal als ondernemer beschouwd worden. De wetswijziging moet ‘oneigenlijk gebruik’ van de OVO tegengaan en oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.

Op 17 februari 2017 heeft minister Asscher van SZW in antwoord op vragen vanuit de Eerste Kamer over dit wetsvoorstel bevestigd dat de opdrachtgever in voorkomende gevallen aannemelijk moeten maken dat de opdrachtnemer een echte zelfstandige is, zoals dat thans ook al het geval kan zijn. Elementen die dit aannemelijk maken zijn bijvoorbeeld dat de opdrachtnemer meer dan één opdrachtgever heeft, ondernemersrisico loopt, aantoonbaar aan acquisitie doet en zich naar buiten als zelfstandig ondernemer presenteert. Een ander element dat aannemelijk kan maken dat sprake is van zelfstandig ondernemerschap is dat door de opdrachtnemer jaarstukken worden opgemaakt voor de Belastingdienst.

Publicatiedatum: 26 februari 2017