Afschaffen van VAR heeft gevolgen voor de WNT

Afschaffen van VAR heeft gevolgen voor de WNT

Met de inwerkingtreding per 1 mei 2016 van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) is de rechtskracht van een VAR komen te vervallen. Deze wetswijziging leidt er onder meer toe dat leden van Raden van Toezicht voor wat betreft de loonheffing voortaan in principe in (fictieve) dienstbetrekking komen te staan tot het lichaam waarop zij toezicht houden. Eerder hebben we bericht dat met een beroep op het besluit van 14 maart 2016 de inhouding van loonheffing kan worden voorkomen. Dit besluit geldt tot 1 januari 2017 omdat verwacht wordt dat dan de wetsfictie dat toezichthouders in dienstbetrekking staan uit de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) is geschrapt.

 

De huidige fiscale situatie ter zake toezichthouders blijkt daardoor niet altijd even duidelijk te zijn. We hebben daarom een stroomschema opgesteld waarin de fiscale positie van de toezichthouder is uitgewerkt. Desgewenst kunnen we het stroomschema toesturen. Uit het stroomschema wordt duidelijk dat voor het achterwege laten van de inhouding van loonheffing over de bezoldiging die een toezichthouder verstrekt, een verklaring van de toezichthouder en de instelling nodig is. In deze verklaring moet een beroep op voornoemd besluit van 14 maart 2016 worden gedaan. Let wel, de Wet LB kent geen terugwerkende kracht zodat het raadzaam is om deze verklaring zo spoedig mogelijk op te stellen. Een voorbeeldverklaring kunnen we desgewenst toesturen.

 

Wanneer de toezichthouder kiest om niet onder de reikwijdte van de loonheffing te vallen, treden er andere regels voor de Wet normering topinkomens (WNT) inwerking omdat bijvoorbeeld de werkkostenregeling niet kan worden toegepast. Wees daar alert op. Ook ter zake interim-bestuurders waarvan de vrijwarende VAR per 1 mei 2016 is komen te vervallen, moet bekeken worden of dat consequenties heeft voor de WNT. Een interim-bestuurder voor wie inhoudingsplicht voor de loonheffing gaat gelden, zou als topfunctionaris immers te maken kunnen krijgen met een beperking van de bezoldiging, omdat het bezoldigingsmaximum voor bestuurders in dienstbetrekking lager ligt dan die van interim-bestuurders.

Publicatiedatum: 22 mei 2016


Deel dit nieuwsbericht