Antwoorden op Kamervragen inzake resolutie voor Nederlandse hulporganisaties

Antwoorden op Kamervragen inzake resolutie voor Nederlandse hulporganisaties

Op 25 februari 2015 heeft de staatssecretaris van Financiën vragen beantwoord over de resolutie BTW-283 naar aanleiding van het bericht “Partos verzoekt bij Belastingdienst juiste toepassing BTW resolutie”. 

De staatssecretaris licht onder andere toe wat resolutie BTW-283 inhoudt. Op basis van deze resolutie kunnen Nederlandse hulporganisaties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking die projecten uitvoeren in ontwikkelingslanden, in aanmerking komen voor toepassing van het 0%-tarief. Het moet daarbij gaan om diensten die aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (of een ander departement of een andere Nederlandse organisatie) tegen vergoeding worden verricht. Wanneer op die diensten het 0%-tarief van toepassing is, komt de btw die aan de opdrachtnemende hulporganisatie in rekening is gebracht en die betrekking heeft op die verrichte diensten (de voorbelasting) voor aftrek in aanmerking. Het gaat hierbij om diensten die voor de btw-heffing in Nederland plaatsvinden en niet om diensten die voor de btw-heffing in andere landen plaatsvinden (zoals bepaalde diensten aan onroerende zaken als die onroerende zaken zich niet in Nederland bevinden).

Om op grond van resolutie BTW-283 aan toepassing van het nultarief toe te kunnen komen, moet de hulporganisatie voor het verrichten van de betreffende diensten de status van btw-ondernemer hebben. Een hulporganisatie die voor de btw-heffing geen ondernemer is, kan dan ook niet in aanmerking komen voor de toepassing van het nultarief en heeft geen recht op aftrek van btw.

Ook gaat de staatssecretaris onder andere in op de btw-gevolgen van subsidies. Evenals bij andere subsidies moet ook ten aanzien van subsidies die worden verstrekt in het kader van het medefinancieringsstelsel (hierna: MFS), per geval worden beoordeeld of deze subsidies kwalificeren als een vergoeding in de zin van de btw. Alleen in dat geval kan sprake zijn van diensten in de zin van de btw die aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (of andere departementen) worden verleend. Hiervan is sprake als partijen een rechtsbetrekking zijn aangegaan op basis waarvan over en weer prestaties worden uitgewisseld en de door de dienstverrichter ontvangen subsidie de werkelijke tegenwaarde vormt voor de aan het departement verleende dienst. Of dat zo is, is mede afhankelijk van de omstandigheden (zoals de voorwaarden) waaronder de subsidie wordt verstrekt. Is dat niet het geval en wordt de subsidie in het algemeen belang verstrekt zonder dat sprake is van verbruik door het desbetreffende departement, dan is de subsidie niet belast met btw. In die situatie is BTW-283 niet van toepassing.

Indien een subsidie die onder het MFS wordt verstrekt kan worden aangemerkt als een vergoeding voor een dienst in de zin van de btw, komt de aan de subsidieontvanger voor het verrichten van die dienst toerekenbare btw voor aftrek in aanmerking.

Slot

Nederlandse hulporganisaties doen er goed aan om na te gaan of zij in aanmerking komen voor resolutie BTW-283. Mogelijk verrichten zij prestaties waarvoor geen btw is verschuldigd (0%-tarief), maar is de hieraan toerekenbare inkoop-btw toch aftrekbaar. 

Publicatiedatum: 12 maart 2015


Deel dit nieuwsbericht