Detachering personeel aan regionaal expertisecentrum deels vrijgesteld van btw

Detachering personeel aan regionaal expertisecentrum deels vrijgesteld van btw

Op 26 maart 2015 is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd inzake de detachering van personeel aan een regionaal expertisecentrum.

Feiten

Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de btw. Zij heeft tegen vergoeding personeel gedetacheerd aan de Stichting Regionaal Expertisecentrum Midden-Brabant (hierna: het REC).

Belanghebbende heeft in het onderhavige tijdvak een medewerker gedetacheerd die als ambtelijk secretaris werkzaam is bij de commissie voor de indicatiestelling (hierna: de CvI). Een regionaal expertisecentrum heeft onder meer als taak om een CvI in te richten en in stand te houden.

Voorts heeft zij in dat tijdvak een medewerker gedetacheerd die werkzaam is bij het Steunpunt Autisme (hierna: het Steunpunt). Het Steunpunt is ingesteld door het REC en beoogt de verbetering van de positie van leerlingen met een autismestoornis in het reguliere onderwijs.

Geschil

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende ter zake van de detacheringen btw is verschuldigd.

Rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank verrichten de deelnemers in het REC prestaties binnen de eigen kring die daarmee buiten de reikwijdte van de btw vallen. De detachering van personeel door belanghebbende aan het REC is daardoor niet belast met btw.

Hof

Het hof kan het oordeel van de rechtbank niet volgen. Van presteren in eigen kring is geen sprake. De detacheringen zijn daarmee diensten voor de btw. Om die reden moet de vraag worden beantwoord of die diensten zijn vrijgesteld op grond van de btw-wetgeving, of op grond van beleidsregels, al dan niet in combinatie met andere, aan de inspecteur toe te rekenen, uitlatingen.

Het hof toetst of de onderwijsvrijstelling van toepassing is. In dat verband toetst het hof of de werkzaamheden van de CvI en het Steunpunt, die worden verricht door de gedetacheerde personen, zijn aan te merken als nauw met het onderwijs samenhangende diensten. De werkzaamheden van de CvI en het Steunpunt zijn namelijk niet te kwalificeren als onderwijs.

De door CvI verrichte werkzaamheden zijn te ver verwijderd van onderwijs om als nauw met het onderwijs samenhangende diensten te worden aangemerkt. De door het Steunpunt verrichte werkzaamheden zijn wel als zodanig te kwalificeren.

Ook op grond van beleidsregels, al dan niet in combinatie met andere, aan de inspecteur toe te rekenen, uitlatingen is de detachering aan CvI niet vrijgesteld van btw.

Belang voor de praktijk

Het belang van de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch is beperkt. Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. De staatssecretaris van Financiën en van OCW hebben besloten dat tot 1 augustus 2016 bij wijze van overgangsmaatregel een btw-vrijstelling geldt voor hierna genoemde werkzaamheden van samenwerkingsverbanden passend onderwijs en van scholen die deel uitmaken van deze samenwerkingsverbanden.

Deze vrijstelling geldt voor prestaties die over en weer worden verricht tussen een samenwerkingsverband op het gebied van passend onderwijs en de daarin deelnemende scholen, die voortvloeien uit het ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18a, lid 8, van de Wet primair onderwijs en in artikel 17a, lid 8, van de Wet voortgezet onderwijs. Om de praktijk duidelijkheid te verschaffen over deze maatregel is op 9 oktober 2014 een aantal vragen en antwoorden gepubliceerd.

Publicatiedatum: 29 maart 2015


Deel dit nieuwsbericht