Een voordeel laten aan een werknemer is ook loon!

Een voordeel laten aan een werknemer is ook loon!

Op 12 september 2019 is een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland gepubliceerd in een zaak waarin eiseres stelde dat haar inkomsten uit horeca-activiteiten als ‘winst uit onderneming’ kwalificeert en claimt dientengevolge de zelfstandigenaftrek. De Inspecteur deelt deze mening niet en stelt dat de inkomsten kwalificeren als ‘loon’.

Het gaat in deze zaak om een koster die in een dienstbetrekking staat tot een kerkgemeenschap. Eiseres verricht horeca-activiteiten als er kerkdiensten, uitvaarten, vergaderingen en andere bijeenkomsten in het kerkgebouw zijn. Deze horeca-activiteiten bestaan onder andere uit het schenken van koffie, thee, (fris)drank en het verstrekken broodjes en versnaperingen. Eiseres brengt hiervoor aan haar opdrachtgevers vergoedingen in rekening die zijn gebaseerd op het aantal verstrekte consumpties. De opdrachtgevers van eiseres bestaan uit de kerk en uit diverse aan de kerk gerelateerde verenigingen/vergaderingen en externe partijen die gebruik maken van (zaal)ruimten van de kerk. De prijzen voor consumpties die eiseres aan de kerk in rekening brengt zijn lager dan de prijzen die eiseres aan haar andere opdrachtgevers in rekening brengt.

Ingevolge artikel 10 van de Wet LB is loon al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten. Dit ruime loonbegrip houdt in dat ook sprake kan zijn van loon als een voordeel niet rechtstreeks door de werkgever zelf wordt verstrekt, maar door de werkgever aan haar werknemers wordt gelaten als beloning voor de door hen uit hoofde van hun dienstbetrekking verrichte werkzaamheden. Ten aanzien van het voordeel bij de verkoop van consumpties heeft de Hoge Raad in één van de zogenoemde ‘buschauffeursarresten’ overwogen dat het voordelige verschil tussen de inkoop- en de verkoopprijs van consumpties slechts tot het loon kan behoren indien het door belanghebbende aan haar werknemers is gelaten als beloning voor de door hen uit hoofde van hun dienstbetrekking verrichte werkzaamheden.

Naar het oordeel van de rechtbank is ten aanzien van eiseres sprake van een situatie die vergelijkbaar is met de buschauffeursarresten. De rechtbank acht op grond van de stukken van het gedingen en de verklaringen ter zitting namelijk aannemelijk:

  • dat eiseres door de kerk in de gelegenheid is gesteld om naast haar werkzaamheden als koster voor eigen rekening consumpties te verkopen binnen door de kerk geëxploiteerde ruimten;
  • dat deze verkoop van consumpties mede in het belang van de kerk plaatsvindt; en
  • dat eiseres jegens de kerk gehouden is die horeca-activiteiten te verrichten.

De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat de voordelen uit de horeca-activiteiten door de kerk aan eiseres zijn gelaten als beloning voor haar werkzaamheden in dienstbetrekking als koster van de kerk. Deze voordelen dienen daarom te worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking. Daaruit volgt dat eiseres geen recht heeft op toepassing van de zelfstandigenaftrek.

Belang voor de praktijk
Deze uitspraak maakt duidelijk dat ook sprake kan zijn van loon als de werkgever de werknemer in de gelegenheid stelt om voordelen (afkomstig) van derden te behalen. Gezien de (fiscale) verplichtingen die de kwalificatie ‘loon’ met zich meebrengt, is het raadzaam om in kaart te brengen of medewerkers betalingen van derden ontvangen of anderszins voordelen aan medewerkers worden gelaten.


Publicatiedatum: 17 september 2019


Deel dit nieuwsbericht