Geen aftrek van btw op doorbelaste kosten

Rechtbank Den Haag heeft een uitspraak gedaan inzake het afnemersbegrip in de btw.

Feiten

Belanghebbende, een vof, is een samenwerkingsverband van enkele besloten vennootschappen. Voor de vof is een reddings- en herfinancieringsplan opgesteld, omdat zij in financiële problemen verkeerde. In verband met dit plan is een beroep gedaan op de juridische dienstverlening van een advieskantoor. Het advieskantoor brengt haar werkzaamheden in rekening aan een bank die de advieskosten doorberekent aan de vof. In geschil is of de vof de op de factuur vermelde btw van de bank ter zake van de advieskosten in aftrek mag brengen.

Rechtbank

De rechtbank oordeelt eerst dat het beroep van de vof ontvankelijk is. De vof heeft namelijk, met haar ter zitting afgelegde geloofwaardige verklaring, aannemelijk gemaakt, dat zij de uitspraak op bezwaar niet heeft ontvangen en daarvan eerst kon kennisnemen na ontvangst van het duplicaat daarvan. Het beroepschrift is door de rechtbank ontvangen 19 dagen nadat het duplicaat van de uitspraak op bezwaar naar de vof is verzonden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres daarmee binnen een redelijke termijn beroep ingesteld, zodat haar beroep gelet op artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht ontvankelijk is. De rechtbank verwijst in dit verband naar een arrest van de Hoge Raad waaruit volgt, dat de vof een termijn van ten minste veertien dagen moet worden gegeven.

Vervolgens komt de rechtbank toe aan de inhoudelijke beoordeling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur terecht de aftrek van btw geweigerd, omdat de vof niet aannemelijk heeft gemaakt, dat zij de afnemer is van de prestaties van het advieskantoor. De rechtbank oordeelt verder dat er sprake is van twee afzonderlijke diensten, namelijk een btw-belaste dienst van het advieskantoor aan de bank en een btw-vrijgestelde dienst (kredietverlening) van de bank aan de vof. De adviesdiensten van het advieskantoor maken deel uit van de btw-vrijgestelde dienst van de bank (kredietverlening) aan de vof. Dat betekent dat de bank ten onrechte btw in rekening heeft gebracht aan de vof, zodat de vof die btw niet in aftrek kan brengen.

Slot

Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt maar weer dat aan een doorbelasting van kosten niet dezelfde btw-prestatie ten grondslag hoeft te liggen, als aan de kosten die in rekening worden gebracht aan degene die de kosten doorbelast.

Indien u naar aanleiding van de uitspraak of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 14 mei 2014