Gemeente heeft recht op btw-compensatie ter zake van de aanleg van op- en afritten

Gemeente heeft recht op btw-compensatie ter zake van de aanleg van op- en afritten

Op 2 december 2016 heeft de Hoge Raad arrest gewezen en geoordeeld dat gemeente Nijkerk recht heeft op compensatie van de btw uit het BTW-compensatiefonds (hierna: bcf) ter zake van de aanleg van op- en afritten van de A28.

Feiten
Gemeente Nijkerk (hierna: de gemeente) en gemeente Amersfoort hebben een gezamenlijk plan opgesteld om nieuwbouwwijken te ontsluiten. Op 21 december 2000 is de Raamovereenkomst ondertekend. Partijen daarbij waren de minister van Verkeer en Waterstaat, de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de provincies Gelderland en Utrecht en de gemeenten. In de overeenkomst is opgenomen dat de kosten voor de op- en afritten die de aansluiting op de A28 vormen, worden gedragen door de gemeenten. Op 14 november 2005 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeenten. Op 14 november 2005 hebben de gemeenten tevens een realisatieovereenkomst gesloten. In deze realisatieovereenkomst is opgenomen dat de gemeente een deel van de kosten van de aanleg van de op- en afritten voor haar rekening neemt. 
De gemeente Amersfoort heeft in overleg met de gemeente de realisatie van de op- en afritten op zich genomen en een aannemer opdracht gegeven de op- en afritten aan te leggen. De gemeente Amersfoort heeft op grond van de realisatieovereenkomst aan de gemeente facturen uitgereikt met btw voor de door haar te betalen kosten van de aanleg van de op- en afritten. De gemeente heeft deze facturen betaald. De gemeente heeft de aan haar in rekening gebrachte btw ter zake van de aanleg van de op- en afritten gecompenseerd bij het bcf. De inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat de gemeente geen recht heeft op compensatie uit het bcf. 

Oordeel Hoge Raad
Uit het arrest volgt dat de Hoge Raad het oordeel van het hof dat de gemeente de afnemer is van de op- en afritten in stand laat. 
Vervolgens rijst de vraag of compensatie kan worden uitgesloten omdat sprake is van het ter beschikking stellen van op- en afritten aan een individu, in casu het Rijk. De Hoge Raad overweegt dat vaststaat dat de op- en afritten zijn aangelegd als gemeenschapsvoorziening met het oog op in de eerste plaats gebruik door de bewoners en bezoekers van de nieuwbouwwijk en door andere weggebruikers. Onder verwijzing naar passages uit de wetsgeschiedenis, oordeelt de Hoge Raad dat de gemeente de op- en afritten vanaf de openstelling voor het verkeer niet aan een individuele derde ter beschikking heeft gesteld, maar als gemeenschapsvoorziening aan iedereen. De door de gemeente Amersfoort in rekening gebrachte btw ter zake van de aanleg van de op- en afritten komt daarmee voor compensatie in aanmerking.

Publicatiedatum: 05 december 2016


Deel dit nieuwsbericht