Hospice verleent geen zorg en heeft recht op aftrek van inkoop-btw

Gerechtshof Den Haag (hierna: Gerechtshof) heeft in de uitspraak van 14 februari 2020 geoordeeld, dat een hospice recht heeft op aftrek van inkoop-btw, omdat de zorg geen deel uitmaakt van de diensten van het hospice.

Feiten

Stichting X (hierna: X) exploiteert in een ten behoeve van palliatieve zorg verbouwde hoeve een hospice. In dat kader stelt zij kamers ter beschikking aan terminaal zieken voor € 35 per nacht. Stichting B (hierna: B) is verantwoordelijk voor de (specialistische) verpleegkundige zorg. Daarnaast draagt B zorg voor de coördinatie van de inzet en dienstverlening van de vrijwilligers die worden ingezet. Gasten sluiten met B een zorgverleningsovereenkomst.
X heeft teruggaafverzoeken ingediend over de tijdvakken 5 november 2015 tot en met het derde kwartaal van 2016. X stelt dat haar diensten kwalificeren als de tijdelijke verhuur van volledig gestoffeerde en gemeubileerde gastenkamers. Zij verricht btw-belaste diensten en heeft recht op aftrek van inkoop-btw. De inspecteur heeft de teruggaafverzoeken afgewezen, omdat hij van mening is dat X vrijgestelde zorgdiensten verricht (één vrijgestelde prestatie bestaande uit zorg en verblijf) en daardoor geen recht heeft op aftrek van inkoop-btw.

Gerechtshof

Het Gerechtshof oordeelt dat X volledig recht heeft op teruggaaf van inkoop-btw. X biedt tegen betaling in haar onroerende zaak slechts een korte verblijfsmogelijkheid aan haar gasten. De zorg en de verrichte werkzaamheden van de vrijwilligers vloeien voort uit de door de gasten met B gesloten zorgovereenkomsten en maken derhalve geen deel uit van de diensten van X.

Publicatiedatum: 19 maart 2020

Publicatiedatum: 19 maart 2020