Immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn in geval van gezamenlijk behandelde zaken

Immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn in geval van gezamenlijk behandelde zaken

Op 12 september 2014 heeft de Hoge Raad arrest gewezen inzake immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hof

Hof Den Haag heeft onder meer geoordeeld dat de redelijke termijn in de bezwaarprocedure en de procedure voor Rechtbank Dan Haag is overschreden met in totaal drie jaar en negen maanden. Het Hof heeft naar analogie van de regeling voor samenhangende zaken in artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht de vergoeding van immateriële schade bepaald met toepassing van de factor anderhalf. Het heeft de vergoeding aldus vastgesteld op 8 x € 500 x 1,5 = € 6000. Aangezien het gaat om vier naheffingsaanslagen loonbelasting/premie volksverzekeringen/premie werknemersverzekeringen die gezamenlijk zijn behandeld, is aan iedere zaak € 1.500 immateriële schadevergoeding toegekend.

Hoge Raad

In de uitspraak van het hof ligt besloten dat de vier gezamenlijk behandelde zaken van belanghebbende in hoofdzaak op dezelfde onderwerpen betrekking hebben. De uitspraak van het hof geeft op dit punt geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.

Daarvan uitgaande moet voor die zaken gezamenlijk slechts één keer het tarief van € 500 per halfjaar worden gehanteerd. De Hoge Raad verwijst in dit verband naar een eerder gewezen arrest.

Slot

Zeker Fiscaal heeft veel kennis en ervaring op het gebied van procederen. Mocht u in een discussie terecht zijn gekomen met de Belastingdienst en u kunt uw gelijk alleen via een procedure afdwingen, neemt u dan eens contact op met Micha Soltysik via 06-22960319 voor de mogelijkheden.

Publicatiedatum: 16 september 2014


Deel dit nieuwsbericht