Leegstand en herzieningsaftrek van btw

Leegstand en herzieningsaftrek van btw

Op 14 februari 2014 is een voor de praktijk belangrijke conclusie van de advocaat-generaal (hierna: a-g) verschenen, met betrekking tot leegstand en aftrek op grond van de btw-herzieningsregels.

Feiten

Het gaat om een belanghebbende die een kantoorpand heeft laten bouwen, dat hij een aantal jaren vrijgesteld heeft verhuurd. Gedurende de herzieningsperiode komt het pand een aantal jaren leeg te staan. Enige jaren later, nog steeds binnen de herzieningsperiode, wordt het pand belast verhuurd.

Geschil

In geschil is of belanghebbende over het litigieuze (herzienings)jaar, waarin het pand leegstond, recht heeft op aftrek en daarmee op teruggaaf wegens herziening van 1/10e deel van de bij ingebruikneming van het pand verschuldigde btw wegens een integratieheffing, die destijds vanwege de vrijgestelde verhuur van het pand niet voor aftrek in aanmerking kwam.

Advocaat-generaal

De a-g komt tot de slotsom dat voor het recht op ‘herzieningsaftrek’ gedurende leegstand het (bewezen) voorgenomen gebruik doorslaggevend is. Indien het voornemen bestaat om het pand voor belaste doeleinden te gebruiken, bestaat volgens de a-g in beginsel recht op aftrek van de aan het desbetreffende herzieningsjaar toerekenbare btw. De a-g meent dat de rechtbank op basis van het feitenmateriaal terecht heeft geoordeeld dat belanghebbende aan de hand van objectieve gegevens heeft bewezen, dat hij voornemens was het pand belast te gaan gebruiken. Belanghebbende heeft volgens de a-g dan ook recht op herzieningsaftrek (van de bij ingebruikneming van het pand verschuldigde btw).

De a-g adviseert de Hoge Raad echter om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie over de herziening van aftrek in tijden van leegstand. Het gaat namelijk om problematiek van unierechtelijke aard waarover het Hof van Justitie zich nog niet heeft uitgelaten.

Praktijk

Indien een of meer onroerende zaken btw-vrijgesteld zijn verhuurd, en vervolgens tijdens de herzieningsperiode (boekjaar van ingebruikname en daarop volgende negen boekjaren) leegstaat, is het verstandig om tijdig bezwaar te maken, indien aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat de onroerende zaak voor belaste doeleinden zal worden aangewend. Het is verstandig om daarbij met de inspecteur afspraken te maken over toekomstige tijdvakken. Voor onroerende zaken die juist btw-belast zijn verhuurd en vervolgens tijdens de herzieningsperiode komen leeg te staan, waarbij aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat de onroerende zaak voor vrijgestelde doeleinden zal worden aangewend, bestaat het risico dat een deel van de in aftrek gebrachte aanschaf- of investerings-btw op basis van de herzieningsregels moet worden terugbetaald.

Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 20 februari 2014


Deel dit nieuwsbericht