Nihilwaardering geldt ook voor een personeelsfestiviteit bij een andere inhoudingsplichtige

Nihilwaardering geldt ook voor een personeelsfestiviteit bij een andere inhoudingsplichtige

In het beleidsbesluit van 23 juni 2014, Stcrt. 2014, nr. 18343, had de staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat de nihilwaardering als bedoeld in artikel 3.7 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (URLB 2011) ook geldt voor een personeelsfeest, receptie, jubileumfeest of dergelijke bijeenkomst als de werkgever voor de locatie waar deze activiteit plaatsvindt doorlopend verantwoordelijkheid draagt in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Deze goedkeuring was afgegeven met toepassing van artikel 63 van de AWR.

Hierbij was expliciet aangegeven dat deze goedkeuring uitdrukkelijk niet geldt voor activiteiten op een locatie waarvoor de werkgever geen ARBO-verantwoordelijkheid heeft. Deze goedkeuring gold evenmin voor werknemers van een met de werkgever verbonden rechtspersoon als deze op een werkplek van die werkgever een dergelijke activiteit bijwonen.

Met ingang van 1 januari 2015 is de werkkostenregeling uitgebreid met een concernregeling. In de Kamerbrief van 12 november 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën in dit verband het volgende opgemerkt:

‘Een personeelsfeest op de eigen werkplek is onbelast. Bij beleidsbesluit is goedgekeurd dat een werkgever met meerdere locaties op een van die locaties een personeelsfeest kan geven dat ook onbelast is voor de werknemers die op andere locaties werken. Ik ben bereid, zo nodig vooruitlopend op wetgeving, deze goedkeuring uit te breiden tot concernsituaties.’

Voornoemde goedkeuring is met ingang van 1 januari 2015 gecodificeerd in artikel 3.7, tweede lid, van de URLB 2011. Daar staat:

‘In afwijking in zoverre van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel f, worden voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, met betrekking tot personeelsfestiviteiten met een gezamenlijk karakter onder werkplek verstaan alle werkplekken van werknemers van de inhoudingsplichtige of een met de inhoudingsplichtige in concernverband opererende inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 32 van de wet.’

Met deze codificatie hoeft de goedkeuring niet meer expliciet te worden opgenomen in een beleidsbesluit. Dit zal dan ook de reden zijn dat deze goedkeuring niet (meer) is opgenomen in het besluit van 17 december 2014 Stcrt. 2014, nr. 36871, dat in plaats is gekomen van het besluit van 23 juni 2014.

Publicatiedatum: 06 januari 2015


Deel dit nieuwsbericht