Ontvankelijkheid, herinvesteringsreserve, verzuimboete en schadevergoeding

Ontvankelijkheid, herinvesteringsreserve, verzuimboete en schadevergoeding


Ontvankelijkheid

Op 12 februari 2014 is een uitspraak van Hof Amsterdam gepubliceerd. Het Hof verklaart het beroep van een bv alsnog ontvankelijk omdat de inspecteur geen concreet bewijs heeft aangeleverd van de daadwerkelijke verzending van uitspraken op bezwaar. De aanwezigheid van een kopie van de uitspraak op bezwaar in het dossier van de Belastingdienst is voor het hof onvoldoende. Aan het ontvankelijk verklaren doet niet af dat de bv een beroepschrift heeft ingediend voor de aanvang van de daarvoor gelden termijn, aangezien de uitspraken op bezwaar op dat moment wel reeds tot stand waren gekomen (artikel 6:10, aanhef en onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna Awb). Het Hof heeft op verzoek van partijen afgezien van terugverwijzing naar de rechtbank op grond van artikel 8:115, lid 1, aanhef en onderdeel a, van de Awb. Het Hof kwam dan ook toe aan de beoordeling van de materiële geschilpunten.

Herinvesteringsreserve

De herinvesteringsreserve moest in het onderhavige jaar tot de belastbare winst van de bv worden gerekend. Verder is naar het oordeel van het Hof geen sprake van handelen in strijd met de hoorplicht. De stelling van de bv dat de aanslag moet worden vernietigd vanwege handelen in strijd met een of meer algemene beginselen van behoorlijk bestuur, dan wel (in meer algemene zin) onrechtmatig handelen van de zijde van de inspecteur c.q. de Belastingdienst trof geen doel, wegens missen van feitelijke grondslag.

Verzuimboete

Het Hof heeft de verzuimboete ambtshalve verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het Hof heeft hierbij de staffel uit zijn uitspraak van 2 juli 2009, nr. 04/03329, ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ1298, r.o. 5.7.3.7, gebruikt.

Schadevergoeding

Het Hof heeft het op de voet van artikel 8:73, van de Awb gedane verzoek om vergoeding van de kosten in de bezwaarfase afgewezen. Kosten gemaakt in verband met de bezwaarfase worden alleen vergoed, indien daarom tijdens de bezwaarfase door de belastingplichtige wordt verzocht. Het is dus zaak om in een bezwaarschrift altijd te verzoeken om vergoeding van de kosten gemaakt in de bezwaarfase. In casu is van een dergelijk verzoek niet gebleken. Bovendien moet het besluit waarop het bezwaar betrekking heeft, worden herroepen wegens de aan de inspecteur of heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid (artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht). Ook daarvan was in de procedure geen sprake.

Het verzoek om schadevergoeding op de voet van artikel 8:73 van de Awb heeft het Hof afgewezen, omdat het Hof het beroep ongegrond heeft verklaard. Het Hof kent wel een schadevergoeding van € 1.500. Dat een schadevergoeding wegen overschrijding van de redelijke termijn kan worden toegekend, ondanks dat een beroep ongegrond wordt verklaard, volgt bijvoorbeeld uit het arrest van de Hoge Raad van 30 november 2012, nr. 11/03462, r.o. 3.1.

Slot

Zeker Fiscaal beschikt over veel kennis en ervaring op het gebied van procederen in belastingzaken. Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft over formeelrechtelijke aspecten of procesregels op het gebied van belastingrecht, neemt u dan gerust contact op met Micha Soltysik via 0487-51 02 89 of via 06-22 96 03 19.

Publicatiedatum: 19 februari 2014


Deel dit nieuwsbericht