Opgelet bij de inhouding van loonheffing wanneer er wordt gestaakt!

Opgelet bij de inhouding van loonheffing wanneer er wordt gestaakt!

In art. 7:627 BW is bepaald dat geen loon is verschuldigd voor de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Op basis van deze hoofdregel hoeft de werkgever het loon van een werknemer die staakt niet door te betalen. De stakende werknemer heeft ook geen recht op WW- of een bijstandsuitkering op de dagen dat hij staakt.

Maar hoe berekent u de verschuldigde loonheffing in het loontijdvak waarin is gestaakt?

Bij de vaststelling van de verschuldigde loonheffing moet de loonbelastingtabel worden toegepast die bij het betreffende loontijdvak hoort (art. 25 Wet LB). Uit de jurisprudentie volgt dat stakingsdagen niet tot het loontijdvak kunnen worden gerekend, omdat niet gezegd kan worden dat de stakende werknemer gedurende de stakingsdag(en) ‘doorlopend ter beschikking van de werkgever’ heeft gestaan. Kortom, bij een staking moet het loontijdvak afwijkend vastgesteld worden. Het gevolg zal zijn dat verhoudingsgewijs meer loonheffing wordt ingehouden.

Uit de jurisprudentie volgt echter ook dat het (rechtmatig) staken geen nadelige gevolgen mag hebben voor de hoogte van een latere WW-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 april 2017 geoordeeld (hier en hier) dat het meetellen van de stakingsdagen als dagloondagen zonder daar (vervangend) loon tegenover te stellen bij de berekening van het dagloon in de zin van de WW, een indirecte beperking van het stakingsrecht oplevert.

Belang voor praktijk
Wanneer werknemers gaan staken en de werkgever betaalt het loon niet door, dan is bijzondere aandacht vereist bij de berekening van de verschuldigde loonheffing in het betreffende loontijdvak. Een onjuiste inhouding van loonheffing kan formeel tot een naheffing bij de werkgever leiden.

Publicatiedatum: 19 november 2019


Deel dit nieuwsbericht