Recht op schadevergoeding voor hogere bijtelling voor vervangende auto

Recht op schadevergoeding voor hogere bijtelling voor vervangende auto

De bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak wordt bepaald door de CO2-uitstoot in combinatie met de datum van eerste tenaamstelling. Het bijtellingspercentage behorende bij een CO2-uitstoot geldt in principe voor 60 maanden vanaf de eerste dag van de maand na de eerste tenaamstelling.

De afgelopen jaren zijn de CO2-grenzen en het bijbehorende bijtellingspercentage gewijzigd en in 2015 en 2016 zullen deze weer wijzigen. Dit betekent dat de berijder van een auto van de zaak die binnen de 60-maandenperiode noodgedwongen op een andere auto moet overstappen, ‘bijtellingsschade’ kan oplopen. Op 14 oktober 2014 is een uitspraak van Rechtbank Amsterdam gepubliceerd waarin de berijder schadevergoeding eiste omdat voor de vervangende auto met dezelfde specificaties als zijn eerdere auto – welke auto total loss was verklaard – een hogere bijtelling geldt.

Volgens de verzekeraar van de tegenpartij, die dus het ongeval had veroorzaakt, komt de bijtelling niet voor vergoeding in aanmerking omdat het zuivere vermogensschade zou betreffen waarvoor de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) geen dekking biedt. Daarbij zou volgens de verzekeraar de schade voortkomen uit een verandering in de belastingwetgeving en dat levert, volgens de verzekeraar, een te ver verwijderd causaal verband op met de aanrijding. Hoewel de rechtbank ook oordeelt dat het zuivere vermogensschade betreft, komt de rechter toch tot het oordeel dat de bijtellingschade moet worden vergoed. Uit artikel 3 lid 1 en 5 van de WAM volgt dat de schade moet worden vergoed, mits er een voldoende causaal verband is tussen de schade en de aanrijding. In casu zou deze er zijn.

Publicatiedatum: 26 oktober 2014


Deel dit nieuwsbericht