Regeling vergoedingen politievrijwilligers. Nuancering bij toelichting

Binnen de politie zijn verschillende categorieën vrijwilligers werkzaam. Er zijn politievrijwilligers die aangesteld zijn voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie (de zogenaamde ATH-vrijwilligers) en politievrijwilligers met een aanstelling voor de uitvoering van de politietaak (de zogenaamde executieve vrijwilligers). Voor deze categorieën gelden verschillende vergoedingen.  Op 29 juni 2020 is in de Staatscourant de ‘Regeling vergoedingen politievrijwilligers’ gepubliceerd met de geactualiseerde vergoedingen.

De executieve vrijwilligers ontvangen vanaf 1 januari 2021 per kalenderjaar een vaste vergoeding van € 180,93 bruto, en uurvergoeding van € 7,55 bruto.  Vanwege de hoogte van de bedragen vallen deze vergoedingen niet onder de fiscale uitzondering die in zijn algemeenheid geldt voor een vrijwilligersvergoeding.

De ATH-vrijwilligers ontvangen een vergoeding van € 4,00 netto. Deze vergoeding valt volgens de toelichting onder de fiscale uitzondering die geldt voor een vrijwilligersvergoeding. Deze uitzondering geldt bij bedragen van maximaal € 5,00 per uur, maximaal € 170,00 per maand en maximaal € 1.700,00 per jaar, waarbij voor de berekening van het totale jaarbedrag de vergoeding van reiskosten en een eventueel eindejaargeschenk meetellen.

In de toelichting op het besluit worden twee opmerkingen die naar onze mening fiscaal enige nuancering behoeven.

Zo wordt er vermeld dat wanneer de vergoeding boven € 1.700,00 komt, dat dan het geheel als loon wordt gezien en belast wordt. In artikel 2, lid 6 Wet LB is bepaald dat wanneer de vrijwilligersregeling van toepassing is dat dan geen sprake is van een dienstbetrekking. Uit jurisprudentie volgt dat wanneer de vrijwilligersregeling toepassing mist dat dan niet automatisch sprake is van een dienstbetrekking. Er zal dan aan de daarvoor geldende kenmerken moeten worden voldaan.

Verder wordt vermeld dat de vergoeding van € 4,00 netto per uur een forfaitair bedrag is; er bestaat naast deze vergoeding geen aanspraak op vergoeding van reiskosten via het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie. Met netto zal wellicht bedoeld worden dat op deze vergoeding geen loonheffing wordt ingehouden. Over deze vergoeding kan immers nog wel degelijk inkomstenbelasting verschuldigd zijn. Ook de Belastingdienst vermeldt op zijn website dat wanneer bij verschillende organisaties als vrijwilliger wordt gewerkt en per organisatie niet meer dan de maximumvergoeding wordt ontvangen, maar alles bij elkaar opgeteld wel, dat dan de vergoedingen moet worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting en de vergoeding is belast met inkomstenbelasting. Mochten de ATH-vrijwilligers toch belastingheffing over de vergoeding verschuldigd zijn, dan zouden zij zich tot de Minister van Justitie en Veiligheid kunnen wenden. Volgens hem was de vergoeding immers netto.

Publicatiedatum: 29 juni 2020