Zodanige verwevenheid zakelijkheid en privé maakt alle autoritten niet zakelijk

Zodanige verwevenheid zakelijkheid en privé maakt alle autoritten niet zakelijk

Op 18 augustus 2014 is een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland gepubliceerd in een zaak waarin aan een journalist/columnist een auto ter beschikking was gesteld door zijn werkgever maar waarvoor geen bijtelling privégebruik auto in aanmerking was genomen. Aangezien aan de journalist/columnist een ‘verklaring geen privégebruik auto’ is afgegeven, ontvangt hij zelf de naheffingsaanslagen loonheffingen. Dit staat ook vermeld in de toelichting op het aanvraagformulier van deze verklaring.

De journalist/columnist stelt zich op het standpunt dat alle ritten zakelijk zijn omdat er geen scheidslijn is aan te brengen tussen privé en zakelijk. De rechtbank verwerpt dit standpunt met verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad uit 1997 door te stellen dat het zakelijk gebruik beperkt moet worden uitgelegd. Ook de verweren waarin een beroep op het vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel worden gedaan, vinden bij de rechtbank geen gehoor. Het feit dat in voorgaande jaren de aangifte is gevolgd, betekent nog niet dat er sprake is geweest van een bewuste standpuntbepaling door de inspecteur waaraan de belastingplichtige vertrouwen kon ontlenen. Bij het beroep op het gelijkheidsbeginsel vergelijkt de journalist/columnist zijn situatie met die van voormalig burgemeester Peper bij wie bijtelling achterwege zou zijn gebleven. Hierover oordeelt de rechtbank dat voor zover de bijtelling daadwerkelijk achterwege is gebleven, er sprake is van een onjuiste wetsinterpretatie die niet kan leiden tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel.

Naast de overwegingen die de rechtbank aanhaalt, willen we ook wijzen op een arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2014 over ritten met een gemengd karakter. Hierover hebben we eerder bericht.

Publicatiedatum: 20 augustus 2014


Deel dit nieuwsbericht