Overzicht van internationale jurisprudentie ter zake schijnzelfstandigheid

Overzicht van internationale jurisprudentie ter zake schijnzelfstandigheid

Op 21 juni 2019 heeft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer geïnformeerd over onder meer de diverse rechtszaken in Europese lidstaten op het gebied van schijnzelfstandigheid. Beter gezegd, de rechtszaken waarin nieuwe vormen van werk, zoals werk gefaciliteerd door online platforms, getoetst zijn aan de geldende wetgeving van de betreffende lidstaat.

Hierbij is sprake van twee soorten rechtszaken:

  • zaken over de kwalificatie van online platforms waarbij bijvoorbeeld de vraag speelt of Uber een taxibedrijf of een IT-bedrijf is;
  • zaken over de status van de werkenden waarbij zich bijvoorbeeld de vraag voordoet of de Uber-chauffeur of een maaltijdbezorger een werknemer of een zelfstandige is.

Tot nu toe hebben de Europese rechters uiteenlopende uitspraken gedaan, afhankelijk van de verschillende nationale omstandigheden en criteria. In de bijlage bij de Kamerbrief is een aantal rechtszaken in verschillende Europese lidstaten kort toegelicht. Hoewel de arbeidswetgeving per land verschilt, laten deze zaken zien hoe ingewikkeld de materie is.

Heeft u vragen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie of een vorm van werk, dan vernemen wij die graag. Met onze fiscale en arbeidsrechtelijke kennis en ervaring zijn wij u graag behulpzaam.


Publicatiedatum: 01 juli 2019


Deel dit nieuwsbericht