Besluit noodmaatregelen coronacrisis: geactualiseerd! Meer duidelijkheid over fiscale uitruilregeling woon-werkvergoeding

Besluit noodmaatregelen coronacrisis: geactualiseerd! Meer duidelijkheid over fiscale uitruilregeling woon-werkvergoeding

Eerder hebben wij bericht dat de Belastingdienst een afwijkende goedkeuring zou gaan introduceren voor de vaste reiskostenvergoeding die in het kader van een fiscale uitruilregeling wordt verstrekt. Het vorenstaande is nu gebeurd in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 16 juni 2020 dat op 18 juni 2020 in de Staatscourant is gepubliceerd. Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 6 mei 2020 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 mei 2020).

Ten opzichte van het vorige besluit zijn in het besluit van 16 juni 2020 de volgende onderwerpen toegevoegd:

  • Uitstel BPM voor vergunninghouders (onderdeel 3.1);
  • Tegemoetkoming vaste lasten MKB (onderdeel 8.5);
  • Uitstel publicatieplicht financiële gegevens ANBI’s (onderdeel 12).

Daarnaast is de goedkeuring voor een vaste reiskostenvergoeding (onderdeel 6.2) verduidelijkt en uitgebreid tot andere vaste vergoedingen en is de goedkeuring voor de vrijstelling kortstondig gebruik van een motorrijtuig uitgebreid (onderdeel 7.1). Tevens is een aanvullende voorwaarde opgenomen voor uitstel van betaling van belastingen voor langer dan 3 maanden (onderdeel 3.1). Verder zijn in dit besluit termijnen van bestaande goedkeuringen verlengd.

Terug naar de vaste reiskostenvergoedingen en andere vaste kostenvergoedingen. Welke goedkeuringen zijn nu in dit besluit geformaliseerd?

Vaste, maandelijkse reiskostenvergoeding
Goedgekeurd wordt dat een werkgever gedurende de werking van dit besluit voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. Kortom, was vóór de coronacrisis de verwachting dat een onbelaste vaste reiskostenvergoeding mogelijk was, omdat voldaan zou worden aan bijvoorbeeld de zogeheten 128 dagenregeling, dan heeft het feit dat de werknemer nu vanuit huis werkt geen gevolgen voor de toepassing van de gerichte vrijstelling. Thuiswerkdagen worden in dat geval aangemerkt als reisdagen.

Andere vaste vergoedingen
Nu is ook geformaliseerd dat dat een werkgever gedurende de werking van dit besluit ook andere vaste vergoedingen ongewijzigd kan voortzetten en daarvoor blijft uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is. Deze goedkeuring geldt echter niet voor een vergoeding voor extraterritoriale kosten op basis van een 30%-regeling.

Daarbij geldt dat deze goedkeuring alleen ziet op vaste vergoedingen waarop de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht kreeg. Als voorbeeld wordt genoemd de situatie waarin een recht op een vaste reiskostenvergoeding afhankelijk is van een keuze van de werknemer. Denk aan een cafetariasysteem of uitruilregeling. In dat geval moet de werknemer zijn keuze uiterlijk op 12 maart 2020 hebben gemaakt.

Uit deze goedkeuringen wordt duidelijk dat voor werknemers die op of na 13 maart 2020 hebben aangegeven deel te willen nemen aan de fiscale uitruilregeling woon-werkvergoeding de werkelijke reisdagen in kaart moeten worden gebracht. Er moet immers voldaan worden aan het minimum van 128 reisdagen op kalenderjaarbasis.

Wij kunnen ons voorstellen dat u na lezing van de goedkeuringen nog met vragen zit. In dat geval kunt u uiteraard contact met ons opnemen.

Publicatiedatum: 18 juni 2020


Deel dit nieuwsbericht