Bij rechtstreeks verband tussen detachering en vergoeding is detachering onderworpen aan btw

Het Hof van Justitie (hierna: HvJ) heeft op 11 maart 2020 een arrest gewezen over de vraag of de Italiaanse nationale regeling, waardoor het detacheren van personeel waarvoor uitsluitend de kosten worden vergoed voor de btw niet relevant wordt geacht, in strijd is met het EU-recht.

Feiten

Avir SpA (hierna: Avir) detacheert in 2004 één van haar bedrijfsleiders bij haar dochteronderneming, (San Domenico Vetraria SpA) als directeur van één van de vestigingen daarvan. In dit verband heeft Avir facturen met btw uitgereikt aan haar dochteronderneming. De vergoeding is gelijk aan de kosten, die voor de gedetacheerde bedrijfsleider waren gemaakt. De dochteronderneming brengt de in rekening gebrachte btw in aftrek.
De Italiaanse belastingdienst stelt zich echter op het standpunt dat deze vergoedingen, aangezien zij geen betrekking hebben op dienstverlening tussen moeder- en dochteronderneming, buiten de werkingssfeer van de btw vallen en de dochteronderneming derhalve geen recht heeft op aftrek van de inkoop-btw.

In de Italiaanse wet is bepaald dat, indien de vergoeding gelijk is aan de gemaakte kosten voor het gedetacheerde personeel, de detachering niet belastbaar is. Detachering tegen kostprijs wordt alsdan niet relevant geacht voor de btw. De Italiaanse rechter heeft een prejudiciële vraag aan het HvJ gesteld of deze nationale regeling in strijd is met het EU-recht.

 HvJ

Het HvJ oordeelt dat voormelde nationale Italiaanse regeling in strijd is met EU-recht als de door de dochteronderneming aan haar moedermaatschappij betaalde bedragen enerzijds en de detachering anderzijds van elkaar afhankelijk zijn. Met andere woorden: er dient een rechtstreeks verband te bestaan tussen de detachering van een bedrijfsleider door Avir bij de dochteronderneming en de door de dochteronderneming betaalde vergoeding. Het is aan de verwijzende rechter om dat na te gaan.
Als wordt vastgesteld dat de betaling door de dochteronderneming een voorwaarde was voor de detachering van de bedrijfsleider door Avir en dat de dochteronderneming deze bedragen uitsluitend als tegenprestatie voor de detachering heeft betaald, bestaat een rechtstreeks verband tussen deze twee prestaties. In dat geval is volgens het HvJ sprake van een onder bezwarende titel verrichte dienst en is zij onderworpen aan btw-heffing. Het bedrag van de tegenprestatie (of dit gelijk is aan, hoger of lager is dan de gemaakte kosten) is hierbij niet relevant.

Belang voor de praktijk

Het HvJ bevestigt wederom dat ook detachering tegen of zelfs onder de kostpostprijs btw-belast kan zijn. 

Publicatiedatum: 19 maart 2020