Btw op bouwkosten woning en inventaris en inrichting niet aftrekbaar

Btw op bouwkosten woning en inventaris en inrichting niet aftrekbaar

Op 3 oktober 2019 is een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland gepubliceerd of de btw op bouwkosten van een woning en inventaris en inrichting aftrekbaar is.

Feiten
X, een natuurlijk persoon, houdt alle aandelen in een vennootschap (eiseres ofwel belanghebbende). X is onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met Y. X en Y (hierna: het echtpaar) hebben op 29 december 2011 een woning met garage, erf en tuin geleverd gekregen. Het echtpaar heeft een overeenkomst van aanneming van werk voor het bouwen van een vrijstaande woning en garage met een aannemer gesloten. Dat geldt ook voor de installatiewerkzaamheden.

Het echtpaar en de vennootschap hebben in een verklaring van 13 juli 2018 vastgesteld dat zij in mei 2012 mondeling zijn overeengekomen, dat de tussen het echtpaar en een bouwbedrijf gesloten koop-aannemingsovereenkomst van 25 april voor wat betreft de kantoor- en archiefruimte, de garage, carport en het toilet is overgenomen door de vennootschap. Voor de installatiewerkzaamheden bestaat een soortgelijke verklaring.

Alle facturen met betrekking tot de bouw van de nieuwe woning staan op naam van de vennootschap. De facturen zijn betaald via de betaalrekening van een andere vennootschap waarin de natuurlijk persoon alle aandelen houdt.

De vennootschap heeft de nieuwe woning niet (deels) tot haar bedrijfsvermogen gerekend.

Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft verweerder (hierna: de inspecteur) aan de vennootschap naheffingsaanslagen en boeten opgelegd, voornamelijk wegens ten onrechte in aftrek gebrachte btw met betrekking tot de bouw van de nieuwe woning.

Rechtbank
Naheffingsaanslagen
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat degene aan wie door een ondernemer een factuur wordt uitgereikt, waarin hij wordt genoemd als degene aan wie de in de factuur vermelde prestatie is verricht en waarin hij verplicht wordt te betalen, wordt geacht voor de btw de afnemer van die prestatie te zijn. Dit is alleen anders als het tegendeel wordt bewezen.
In casu gaat deze bewijsregel naar het oordeel van de rechtbank niet op. Bij de omschrijving op de tot de gedingstukken behorende facturen wordt uitsluitend verwezen naar de gehele woning van de familie dan wel naar de oorspronkelijk getekende offerte betreffende de gehele woning, zonder dat daarbij voor wat betreft het door de vennootschap gestelde zakelijke deel een splitsing is gemaakt.
De bewijslast om aannemelijk te maken dat de vennootschap de afnemer is van de prestaties waarvoor zij aftrek van voorbelasting claimt, rust dan ook bij haar. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vennootschap niet aan deze bewijslast voldaan. De vennootschap is dan ook niet de afnemer van de prestaties met betrekking tot de bouw van de nieuwe woning. De inspecteur heeft de in aftrek gebrachte btw met betrekking tot de bouw van de nieuwe woning terecht gecorrigeerd.

Ook de btw op kosten met betrekking tot de investeringen in inventaris en inrichting in de nieuwe woning is niet aftrekbaar, omdat de vennootschap niet aannemelijk heeft gemaakt dat de goederen worden gebruikt voor belaste handelingen.

Boeten
Door de btw met betrekking tot de bouw van de woning, de inventaris en de inrichting in aftrek te brengen heeft de natuurlijk persoon dermate lichtvaardig gehandeld, dat het aan zijn grove schuld is te wijten dat de vennootschap te weinig btw zou betalen dan wel dat een te hoge teruggaaf aan haar zou worden verleend. Deze grove schuld moet worden aangemerkt als grove schuld van de vennootschap. Van een pleitbaar standpunt is geen sprake. De boeten worden wel verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Belang voor de praktijk
Voor de praktijk is van belang dat uit deze uitspraak blijkt dat de btw-regel, dat degene aan wie de factuur wordt uitgereikt voor de btw de afnemer is, niet altijd opgaat. Verder hebben wij de indruk dat met een andere juridische insteek de btw op een deel van de bouw-, inventaris- en inrichtingskosten wel in aftrek had kunnen worden gebracht.


Publicatiedatum: 11 november 2019


Deel dit nieuwsbericht