CMR-vrachtbrieven, e-AD-documenten en e-ROR-ontvangstbevestiging bewijs voor toepassing intracommunautaire levering waardoor invoer is vrijgesteld van btw

CMR-vrachtbrieven, e-AD-documenten en e-ROR-ontvangstbevestiging bewijs voor toepassing intracommunautaire levering waardoor invoer is vrijgesteld van btw

Op 20 juni 2018 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) een arrest gewezen waaruit volgt, dat CMR-vrachtbrieven en e-AD-documenten (elektronisch administratief document voor accijnsgoederen) documenten zijn waarmee kan worden aangetoond, dat op het tijdstip van invoer de ingevoerde goederen bestemd zijn om naar een andere lidstaat te worden verzonden of vervoerd.

Feiten
Enteco Baltic UAB (hierna: Enteco) is een in Litouwen gevestigde vennootschap. Zij is actief in de groothandel van brandstoffen. Tussen 2010 en 2012 heeft Enteco uit Wit-Rusland afkomstige brandstoffen in Litouwen ingevoerd. Deze brandstoffen waren onder de zogenoemde ‘douaneregeling 42’ geplaatst, zodat zij met vrijstelling van btw bij invoer in het vrije verkeer konden worden gebracht. In de aangiften van invoer heeft Enteco het btw-nummer opgegeven van de afnemers uit een andere lidstaat aan wie zij de producten wilde leveren.
Enteco heeft de brandstoffen verkocht aan vennootschappen in Polen, Slowakije en Hongarije onder de voorwaarden van levering ‘af fabriek’. Enteco was dus slechts gehouden om de brandstoffen aan de afnemers in Litouwen te overhandigen en die waren verantwoordelijk voor het verdere vervoer van de producten naar de lidstaat van bestemming. Voor het vervoer van de producten werden elektronische documenten voor het vervoer van accijnsgoederen en CMR-vrachtbrieven opgesteld. Enteco verkocht soms producten aan andere belastingplichtigen uit andere lidstaten dan de belastingplichtigen van wie het btw-nummer op de aangiften van invoer was vermeld. De gegevens werden telkens aan de inspecteur verstrekt.
Naar aanleiding van een melding van de Poolse, Slowaakse en Hongaarse belastingdiensten, heeft de Litouwse belastingdienst een controle uitgevoerd. De douane heeft vastgesteld dat Enteco de brandstoffen niet had geleverd aan de in de aangiften van invoer vermelde belastingplichtigen dan wel niet had aangetoond dat de brandstoffen waren vervoerd en dat het recht om als een eigenaar erover te beschikken was overgedragen aan de personen van wie de naam was opgegeven op de facturen die de verschuldigde btw vermeldden. De douane is van mening dat Enteco ten onrechte van mening was dat de invoer van brandstoffen uit Wit-Rusland btw-vrijgesteld was.

HvJ
Naar het oordeel van het HvJ kan de vrijstelling bij invoer in beginsel niet worden geweigerd op grond van het feit dat de producten zijn geleverd aan een andere afnemer dan degene van wie het btw-nummer op het tijdstip van de invoer is opgegeven. Hierbij geldt de voorwaarde dat wordt vastgesteld dat de invoer daadwerkelijk wordt gevolgd door een intracommunautaire levering die aan de materiële vrijstellingsvoorwaarden voldoet en de importeur de bevoegde autoriteit te allen tijde naar behoren in kennis heeft gesteld van wijzigingen in de identiteit van de afnemers.

Verder moet de importeur die de vrijstelling bij invoer wil toepassen, aan de autoriteiten van de lidstaat van invoer met name het bewijs leveren dat de goederen op het tijdstip van invoer bestemd zijn om te worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat en dat die goederen in het kader van de daaropvolgende intracommunautaire levering daadwerkelijk zijn verzonden of vervoerd naar die andere lidstaat. Documenten die bevestigen dat goederen vanuit een in de lidstaat van invoer gelegen belastingentrepot niet naar de afnemer maar naar een in een andere lidstaat gelegen belastingentrepot zijn vervoerd en kunnen worden beschouwd als voldoende bewijs, zijn bijvoorbeeld CMR-vrachtbrieven, e-AD-documenten en e-ROR-ontvangstbevestigingen, mits zij op het tijdstip van de invoer in een lidstaat zijn overgelegd en alle nodige inlichtingen bevatten.

Belang voor de praktijk
Vrijstelling van btw bij invoer is alleen van toepassing voor zover de invoerder na de invoer een intracommunautaire levering verricht die zelf is onderworpen aan het 0%-tarief (op basis van de Europese btw-vrijstelling geldt een vrijstelling met aftrekrecht). Of de intracommunautaire levering is onderworpen aan het 0%-tarief, is weer afhankelijk van de naleving van de materiële voorwaarden. Dit is alleen anders als de invoerder opzettelijk heeft deelgenomen aan belastingfraude. Het is aan de invoerder om aan te tonen dat aan alle voorwaarden is voldaan. Eén van de voorwaarden is dat moet worden aangetoond dat de producten zijn verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat. Uit het onderhavige arrest volgt dat juiste en volledige CMR-vrachtbrieven, e-AD-documenten en e-ROR-ontvangstbevestigingen kunnen worden beschouwd als voldoende bewijs.


Publicatiedatum: 09 juli 2018


Deel dit nieuwsbericht