Compensatieregeling moet einde maken aan slapende dienstverbanden

Compensatieregeling moet einde maken aan slapende dienstverbanden

Op basis van de Wet werk en zekerheid (‘Wwz’) kunnen werknemers die minimaal twee jaar in dienst zijn geweest en waarvan de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd aanspraak maken op een transitievergoeding. De transitievergoeding bedraagt voor 2017 hoogstens € 77.000 bruto, tenzij het bruto jaarsalaris van de werknemer hoger is dan dat bedrag.

Ook bij een beëindiging van de dienstbetrekking na een langdurige arbeidsongeschiktheid is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd. In de praktijk is daardoor een trend te ontdekken dat werkgevers de dienstbetrekking na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet opzeggen om zo de transitievergoeding niet te hoeven betalen. Deze situaties worden aangeduid met zogenoemde ‘slapende dienstverbanden’. Minister Asscher van SZW heeft vorig jaar aangekondigd de Wwz op dit punt te willen aanpassen. Het wetsvoorstel hiertoe is op 20 maart 2017 bij de Tweede Kamer ingediend.

In het wetsvoorstel wordt geregeld dat een werkgever wordt gecompenseerd voor de kosten van de (transitie)vergoeding die hij betaalt bij een ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Daarmee wordt enerzijds een cumulatie van kosten voorkomen (loondoorbetaling tijdens ziekte en een vergoeding bij ontslag) anderzijds wordt het in stand houden van een dienstverband uitsluitend met het oog op het vermijden van het moeten betalen van een vergoeding bij ontslag (de slapende dienstverbanden) tegengegaan. De voorgestelde regeling heeft terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2015 zodat ook werkgevers die reeds een vergoeding hebben betaald bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid alsnog hiervoor worden gecompenseerd.

Op basis van de compensatieregeling zullen werknemers hun recht op een transitievergoeding behouden, maar zullen werkgevers hiervoor worden gecompenseerd vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). De  (uniforme) premie zal daartoe stijgen.

Wanneer een kabinet demissionair is geworden, bepalen Eerste en Tweede Kamer welke wetsvoorstellen en onderwerpen als controversieel worden aangemerkt d.w.z. deze komen niet meer aan de orde totdat er een nieuw kabinet is. Eén van de wetsvoorstellen die op de agenda staat om controversieel te worden verklaard is Wetsvoorstel houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid (34 699).

Controversieel verklaring van dit wetsvoorstel heeft tot gevolg dat de met het wetsvoorstel beoogde doelen pas op een (veel) later moment kunnen worden bereikt. Dit is met name nadelig voor werkgevers gelet op de voor hen beoogde kostenbesparing. Het is echter ook nadelig voor langdurig arbeidsongeschikte werknemers van wie het dienstverband slapend wordt gehouden, uitsluitend om het betalen van een transitievergoeding (en de daarmee gemoeide kosten) te vermijden. Deze werknemers kunnen immers geen rechten doen gelden op het betalen van de transitievergoeding. Door de voorgestelde compensatieregeling wordt de reden voor het slapend houdend van het dienstverband weggenomen.

De voorgestelde compensatieregeling heeft 1 januari 2019 als inwerkingtredingsdatum waarbij de regeling, zoals voormeld, een terugwerkende kracht kent tot en met 1 juli 2015. Om dit kunnen realiseren dient het UWV, dat de regeling zal uitvoeren, uiterlijk 1 juli 2017 de implementatieopdracht te hebben ontvangen. Dit kan alleen als de Tweede Kamer voordien heeft ingestemd met het wetsvoorstel.

Publicatiedatum: 11 april 2017


Deel dit nieuwsbericht