Dit jaar nog een wetsvoorstel tegen huidige ontwijkingsconstructies WNT

Sinds 2013 kennen we via de Wet normering topinkomens (‘WNT’) een sober beloningsbeleid voor topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Onder het mom dat geld voor publieke voorzieningen niet besteed moet worden aan bovenmatige beloningen, maximeert de WNT de bezoldiging van topfunctionarissen.

Om wetsontwijking tegen te gaan, is in de Evaluatiewet WNT, die in 2017 in werking is getreden, een tweetal bepalingen opgenomen:
– Anticumulatiebepaling: de bezoldiging van een topfunctionaris die bij twee of meer WNT-instellingen bestuurder is, mag in totaal niet meer bedragen dan het algemeen bezoldigingsmaximum.
– Een topfunctionaris die stopt als bestuurder, maar binnen de organisatie een andere functie dan die van topfunctionaris gaat vervullen, blijft nog vier jaar gebonden aan het algemeen bezoldigingsmaximum.

Minister Ollongren (BZK) heeft op 22 februari 2018 de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin zij aangeeft nog voor het eind van het jaar een wetsvoorstel aanhangig te willen maken over het aanpakken van ontwijking van de WNT. De maatregelen zullen zien op de volgende constructies om de WNT te ontwijken:

Tegengaan van onderaannemersconstructies in de zorg
Een zorginstelling moet voor het verlenen van zorg waarop aanspraak bestaat op grond van de Zvw- of de Wlz een WTZi-toelating hebben. Heeft een zorginstelling zo’n toelating en is sprake van een rechtspersoon, dan is de WNT van toepassing. Een rechtspersoon die enkel in opdracht van een andere zorginstelling zorg verleent (‘onderaanneming’), heeft daarvoor geen toelating nodig. Op zo’n rechtspersoon is de WNT niet van toepassing. Het voorstel van het kabinet is om de WNT van toepassing te laten zijn op rechtspersonen die zorg als bedoeld bij of krachtens de Zvw of de Wlz (laten) leveren, waarbij het niet van belang is of deze zorg via uitbesteding wordt verleend.

Aanpassing begrip ‘gelieerde rechtspersoon’
Het kabinet is voornemens het begrip gelieerde rechtspersoon in de WNT zodanig aan te passen dat het gelieerde verband niet slechts naar ‘beneden’ werking heeft (de dochtermaatschappijen van een WNT-instelling), maar ook naar ‘boven’ (de moedermaatschappij waar de WNT-instelling onder valt) Hierdoor valt de bezoldiging van de topfunctionaris van een WNT-instelling, die gedeeltelijk bij de moederorganisatie (niet-WNT) is aangesteld, in zijn geheel onder het bereik van de WNT.

Publicatiedatum: 04 maart 2018