Door SVB afgegeven A1-verklaring is bindend, maar rechter kan zaak aanhouden

Door SVB afgegeven A1-verklaring is bindend, maar rechter kan zaak aanhouden

Op grond van Verordening 987/2009 zijn werknemers op wie deze verordening van toepassing is, slechts aan de sociale zekerheidswetgeving van één lidstaat onderworpen. De lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing is, verstrekt op verzoek van de werknemer of diens werkgever een zogenoemde A1-verklaring die inhoudt dat de wetgeving van deze lidstaat van toepassing is, en die eventueel vermeldt tot welke datum en onder welke voorwaarden dit het geval is. Uit de vele rechterlijke uitspraken volgt dat een dergelijke verklaring, die dus aangeeft dat het betreffende lidstaat bevoegd is tot de heffing van sociale verzekeringspremies, bindend is zolang deze niet is ingetrokken of ongeldig verklaard door de lidstaat waar zij is afgegeven.

De Hoge Raad heeft op 5 oktober 2018 op prejudiciële vragen van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch onder meer geoordeeld dat de inspecteur is gebonden aan een A1-verklaring die door de Sociale verzekeringsbank (‘SVB’) is afgegeven. Hierbij is niet van belang of een rechtsmiddel tegen de A1-verklaring is aangewend, en de A1-verklaring daarmee nog niet onherroepelijk vaststaat. Kortom, een A1-verklaring is direct rechtsgeldig na afgifte door de SVB.

Uit de antwoorden van de Hoge Raad volgt dus dat de inspecteur, maar ook de belastingrechter, niet aan de A1-verklaring van de SVB voorbij mogen gaan zolang deze verklaring niet is ingetrokken of ongeldig is verklaard. Daarbij zal de belastingrechter per geval moeten beslissen of hij aanleiding ziet de (verdere) behandeling van de zaak aan te houden totdat de A1-verklaring onherroepelijk vaststaat. De rechter staat daarin vrij. Het staat de rechter zelfs vrij om de zaak aan te houden als de A1-verklaring onherroepelijk vaststaat, indien de rechter rekening houdt met de mogelijkheid dat die verklaring geheel of ten dele zal worden ingetrokken of ongeldig zal worden verklaard naar aanleiding van (de uitkomst van) een procedure over een andere A1-verklaring over dezelfde periode. De periode waarin de rechter de zaak kan aanhouden is niet aan een maximum gebonden.

Publicatiedatum: 15 oktober 2018


Deel dit nieuwsbericht