Grond met daarop een muur en funderingspalen vormt geen bouwterrein, maar bebouwde grond

Grond met daarop een muur en funderingspalen vormt geen bouwterrein, maar bebouwde grond

Op 5 januari 2021 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Den Haag (hierna: rechtbank) heeft geoordeeld, dat de muur met de funderingspalen op een perceel grond naar zijn aard en omvang niet verwaarloosbaar is. Er is daarom geen sprake van een bouwterrein, maar van een btw-vrijgestelde levering van bebouwde grond.

Feiten

X B.V. (hierna: X) is btw-ondernemer. In 2002 heeft X een stuk grond in eigendom verkregen waarop een oude fabriek stond. X was voornemens om dit gebouw te slopen om daarna een appartementencomplex met 6 appartementen en een penthouse en twaalf eengezinswoningen te bouwen. De oude fabriek is vrijwel geheel gesloopt. Een aantal funderingspalen is in de grond achtergebleven en één zijwand van de fabriek (96 meter lang, 2,40 meter hoog en 25 centimeter breed) is blijven staan. Deze zijwand staat op een twee meter diepe en één meter brede fundering (hierna: de muur). De muur loopt over vrijwel een zijde van het stuk grond en fungeerde als grondkering en als afscheiding tussen de tuinen en het onbebouwd gebleven deel van het stuk grond. In 2006 is het appartementencomplex gebouwd. De bouw van de twaalf eengezinswoningen is echter vanwege de slechte economische omstandigheden nooit doorgegaan. Het onbebouwd gebleven deel van het stuk grond is vervolgens in 2014 door X verkocht. In 2016 is de grond met daarop de muur btw-vrijgesteld geleverd aan de koper. De koper heeft ten aanzien van de verkrijging overdrachtsbelasting voldaan. Aan X zijn vervolgens een naheffingsaanslag en een boetebeschikking opgelegd, omdat hij een bouwterrein zou hebben geleverd.

Oordeel rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is de muur met de funderingspalen op het terrein naar zijn aard en omvang niet verwaarloosbaar. Ten tijde van de levering was daarom geen sprake van onbebouwde grond en van de levering van een bouwterrein is dan ook geen sprake. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking worden vernietigd.

Publicatiedatum: 15 januari 2021


Deel dit nieuwsbericht