Is motie ter zake verhoging onbelaste reiskostenvergoeding voor de bühne?

Is motie ter zake verhoging onbelaste reiskostenvergoeding voor de bühne?

Eerder hebben we bericht over de motie die de Tweede Kamer op 5 april 2022 heeft aangenomen om bij het Belastingplan 2023 te bezien of de onbelaste reiskostenvergoeding eerder kan worden verhoogd dan pas in 2024 en 2025. Een verhoging in 2022 lijkt daarmee van de baan. We hadden toen nog de stellige verwachting dat de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 zou worden verhoogd. Na de antwoorden die minister Van Gennip van SZW mede namens de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, op 2 mei 2022 heeft gegeven op Kamervragen over ‘achterblijvende reiskostenvergoeding voor werknemers’, zijn we daar niet meer zo zeker van.

De minister antwoordt dat er op dit moment geen goed inzicht bestaat in de mate waarin reiskostenvergoedingen voor het woon-werkverkeer worden verstrekt door de werkgever. Het ministerie van Financiën doet onderzoek naar een modernisering van de reiskostenvergoeding, dat onderzoek zal in 2022 worden opgeleverd. Hierin wordt gekeken welk deel van de werkgevers een onbelaste reiskostenvergoeding geeft aan hun werknemers met vervoerskosten en tot welk bedrag en hoe dit is verdeeld over verschillende kilometerklassen, inkomensklassen, soort werk en soort vervoermiddelen.

Afgezien dat gewacht moet worden op de uitkomsten van dat onderzoek merkt de minister op dat het kabinet in het kader van de koopkracht verschillende maatregelen heeft getroffen om de substantieel gestegen energie- en brandstofprijzen (gedeeltelijk) te compenseren. De minister noemt de tijdelijke verlaging per 1 april 2022 van de accijns voor benzine en diesel met 21% en de voorgenomen verlaging per 1 juli 2022 van de btw op energie van 21% naar 9%. Beide verlagingen (zouden) gelden tot 1 januari 2023.

Voorts merkt de minister op dat de huidige wet- en regelgeving een gerichte vrijstelling voor reiskostenvergoedingen bevat tot maximaal € 0,19 per kilometer en de mogelijkheid deze, zonder dat dit leidt tot belastingheffing bij de werknemer, te verhogen middels de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling.

De minister lijkt met haar antwoorden te willen aansturen op een ijkmoment begin 2023 van de energie- en brandprijzen en de impact daarvan op de vervoerskosten van werknemers. Omdat een wijziging van de hoogte van de onbelaste reiskostenvergoeding gedurende het kalenderjaar in de uitvoering lastig is, zal het kabinet waarschijnlijk dan aansturen op een verhoging per 1 januari 2024. Dit is ook de datum die in het coalitieakkoord is aangekondigd. De motie van 5 april 2022 zou er daarmee één voor de bühne zijn. Of gaan de Kamerleden zich inderdaad hard maken voor de werknemers en aandringen op een verhoging van de gerichte vrijstelling per 1 januari 2023?

Publicatiedatum: 03 mei 2022


Deel dit nieuwsbericht