Niet alle btw is aftrekbaar bij afgeblazen realisatieproject zorgvastgoed

Niet alle btw is aftrekbaar bij afgeblazen realisatieproject zorgvastgoed

Op 14 februari 2018 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Gelderland (hierna: rechtbank) heeft geoordeeld, dat X slechts recht heeft op aftrek van de btw op kosten die zien op de sloop en bouw van de nieuwe wagenschuur, omdat de voorgenomen verkoop zou hebben geleid tot een btw-belaste levering. Met betrekking tot de btw op de (ver-)bouwkosten van de hoeve heeft X geen recht op aftrek, omdat deze zou hebben geleid tot een btw-vrijgestelde levering.

Feiten
De activiteiten van X U.A. (hierna: X) bestaan uit de advisering op het gebied van ontwikkeling, realisatie, financiering en exploitatie van zorgvastgoed en de aan- en verkoop van onroerende zaken. Op 28 juni 2012 heeft zij met een stichting een ontwikkelovereenkomst gesloten voor de realisatie van een woon-, zorg- en opvanglocatie voor met name jongeren. Partijen zijn overeengekomen dat X het project zal uitvoeren op basis van no cure no pay. De kosten die X voor het project maakt, zouden worden verdisconteerd in de stichtingskosten van de zorghuisvesting.
In 2013 sluit X een overeenkomst tot vestiging van een recht van erfpacht en een recht van opstal met de gemeente Capelle aan den IJssel. De opstallen bestaan uit een hoeve, die zou worden gerenoveerd en een wagenschuur, die zou worden gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw. Eind 2013 sluit X een overeenkomst met een derde met betrekking tot de overdracht van het project.
X heeft de aan haar in 2013 en 2014 in rekening gebrachte btw volledig in aftrek gebracht. Het project is uiteindelijk niet gerealiseerd.
Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat 55% van de aan X in rekening gebrachte btw niet voor aftrek in aanmerking komt, omdat deze toerekenbaar is aan de voorgenomen (vrijgestelde) overdrachten van het recht van erfpacht en het recht van opstal van de hoeve.

In geschil is of de door X ingekochte goederen en diensten zijn bestemd of gebruikt voor belaste prestaties.

Oordeel rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de hoeve en de wagenschuur twee afzonderlijk in aanmerking te nemen onroerende zaken. Er is dus sprake van twee voorgenomen leveringen: een belaste levering van de wagenschuur en een vrijgestelde levering van de hoeve. Omdat uit de facturen niet kan worden afgeleid of zij uitsluitend betrekking hebben op de belaste levering van de wagenschuur of op de vrijgestelde levering van de hoeve, is sprake van gemengd gebruikte diensten. In beginsel moet de aftrek dan worden bepaald op basis van omzetverhoudingen. Omdat de toekomstige omzetverhouding echter onbekend is, moet de aftrek worden vastgesteld op basis van het werkelijke gebruik. De inspecteur heeft volgens de rechtbank het werkelijke gebruik aannemelijk gemaakt door uit te gaan van de verhouding tussen de totale kosten en de (ver-)bouwkosten van de hoeve. De inspecteur heeft derhalve terecht 55% van de aan X in rekening gebrachte btw gecorrigeerd.


Publicatiedatum: 02 maart 2018


Deel dit nieuwsbericht