Schadevergoeding belast als loon omdat verstrekt door overheidswerkgever als werkgever en niet als bestuursorgaan
Op 28 december 2021 is een uitspraak van Rechtbank Gelderland
gepubliceerd waarin het ging om de fiscale kwalificatie van een schadevergoeding.
Belanghebbende, een politiemedewerker, wilde een ontheffing
van de werkzaamheden op grond van de zogenoemde remplaçantenregeling. Die
regeling gaf recht op ontheffing van werkzaamheden gedurende een periode van 18
maanden onder gelijktijdige doorbetaling van de bezoldiging. Dit verzoek is
aanvankelijk door de werkgever afgewezen. Toen het verzoek later alsnog werd
ingewilligd kon belanghebbende voor het bereiken van de AOW-gerechtigde
leeftijd nog maar 14,5 maanden worden ontheven van werkzaamheden. De Centrale
Raad van beroep heeft bij uitspraak van 18 juli 2019 geoordeeld dat belanghebbende schade
heeft geleden door gemiste vrije tijd waarbij de schade forfaitair is begroot
op een bedrag van € 1.750 (€ 500 per maand gemiste vrije tijd). De
werkgever is veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding.
De vraag is nu of deze schadevergoeding kwalificeert als
(belast) loon?
Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet LB
is loon al hetgeen uit een dienstbetrekking of
een vroegere dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen
wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. Volgens de
rechtbank bestaat er een causaal verband tussen de toegekende schadevergoeding
en de (voormalige) dienstbetrekking van belanghebbende. Zonder de
dienstbetrekking zou belanghebbende geen recht hebben gehad op de
remplaçantenregeling en de schadevergoeding toen bleek dat de werkgever belanghebbende ten onrechte niet had ontheven van werkzaamheden. Dat de schadevergoeding niet
direct is gerelateerd aan arbeidsprestaties, maakt niet dat geen sprake is
van loon uit dienstbetrekking, aangezien
uitsluitend maatgevend is of de vergoeding is opgekomen in de loonsfeer. Hiervan
is in casu sprake.
Het arrest van de Hoge Raad van 15 februari 2019 is niet
van toepassing. In dat geval ging het over een dwangsom die een
overheidswerkgever verschuldigd was op grond van artikel 4:17 van de Algemene
wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad overwoog dat de dwangsom geen
grondslag vond in de dienstbetrekking, maar was verbeurd omdat artikel 4:14 en
4:15 van de Awb niet waren nageleefd.
In casu is de schadevergoeding betaald door de
politiewerkgever in de hoedanigheid van (voormalig) werkgever en niet in zijn
hoedanigheid van bestuursorgaan. Alsdan is sprake van loon. Hoewel niet besproken, lijkt de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel k, van de Wet LB niet van toepassing.
Publicatiedatum: 28 december 2021
Deel dit nieuwsbericht