Voormalig schoolgebouw waarin lofts zijn gerealiseerd geen woning: 6% overdrachtsbelasting

Op 6 april 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld dat een voormalig schoolgebouw ten tijde van de verkrijging niet als woning kan worden aangemerkt. Daardoor is ter zake van de verkrijging van het pand 6% overdrachtsbelasting verschuldigd in plaats van 2%.

Feiten
X koopt in 2013 een voormalig schoolgebouw (hierna: pand) van de gemeente. Tot 2009 was het pand als school in gebruik. In 2012 heeft de gemeente de eigendom verkregen van het pand. Door wijziging van het bestemmingsplan in 2012 is het mogelijk gemaakt lofts (gestapelde woningbouw) in het pand te realiseren. Tot aan de levering aan X is het pand, door tussenkomst van een leegstandsbeheerder, anti-kraak verhuurd en bewoond. Het pand is bij de overdracht leeg opgeleverd waarna X direct lofts bestemd voor de verhuur heeft gerealiseerd in de bestaande ruimten. X heeft ter zake van de verkrijging van het pand 2% overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. De inspecteur is van mening dat het pand geen woning is en heeft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd.

Oordeel gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof was het pand ten tijde van de verkrijging door X naar zijn aard niet bestemd voor bewoning. Ten tijde van de verkrijging moesten de werkzaamheden voor het realiseren van de lofts immers nog worden uitgevoerd. Dat het pand tot aan de levering werd bewoond en het bestemmingsplan was gewijzigd waardoor de realisatie van lofts mogelijk was, doet daar niet aan af. Derhalve is het 6%-tarief overdrachtsbelasting van toepassing.

Publicatiedatum: 04 mei 2017