EU-richtlijn zorgt voor verbeterde arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2022

EU-richtlijn zorgt voor verbeterde arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2022

Op grond van EU-richtlijn 2019/1152 is Nederland verplicht om zijn wetgeving uiterlijk per 1 augustus 2022 aan te passen om te zorgen dat de arbeidsvoorwaarden van werknemers transparanter en voorspelbaarder zijn. Bij de Tweede Kamer is eind 2021 een wetsvoorstel ingediend dat daarvoor moet zorgen. 

De EU-richtlijn bevat enige bepalingen die op dit moment geen onderdeel uitmaken van het bestaande recht in Nederland. Het voorstel voor de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden bevat daarom bepalingen die bij wet moeten worden geïmplementeerd. De wijzigingen zien op:

  • uitbreiding van de verplichtingen van de werkgever ex artikel 7:655 BW tot het verstrekken aan de werknemer van gegevens betreffende de arbeidsovereenkomst;
  • aanpassing van de Wet flexibel werken (nieuw artikel 2b) d.w.z. het opnemen van het recht voor de werknemer om te verzoeken voor meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden;
  • flexibele arbeidstijden moeten vallen binnen een vooraf afgesproken werkpatroon;
  • een verbod om de kosten van wettelijk verplichte opleidingen op de werknemer te verhalen, bovendien moet de werknemer de gelegenheid worden geboden deze opleiding onder werktijd te kunnen volbrengen;
  • een verbod om, behoudens een rechtvaardigingsgrond, de werknemer te belemmeren om buiten het werkrooster te gaan werken voor een ander.

In de EU-richtlijn is bepaald dat een op basis van de nationale wetgeving, Europese regelgeving, collectieve arbeidsovereenkomst of rechtspositieregeling verplichte opleiding voor de werknemer kosteloos moet zijn en als arbeidstijd wordt beschouwd. Oftewel, alle kosten die de werknemer moet maken in verband met het volgen van de verplichte scholing, zijn voor rekening van de werkgever (bijvoorbeeld reiskosten, boeken en ander studiemateriaal, examengelden). Deze bepaling wordt geïmplementeerd in artikel 7:611a BW. Dit betekent dat vanaf 1 augustus 2022 werkgevers geen studiekostenbedingen meer mogen hanteren voor opleidingen die de werkgever verplicht is aan te bieden. Zoals in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel staat, valt niet iedere opleiding onder deze bepaling. De verplichting van een werknemer om bepaalde opleidingen in de zin van de beroepskwalificatierichtlijn te volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie, valt hier niet onder. Het betreft dus uitsluitend aan de werkgever opgelegde verplichtingen tot het verstrekken een opleiding die onder deze wijziging vallen. Het gaat meestal om opleidingen op het gebied van veiligheid en het bijhouden van vakbekwaamheid.

Na invoering gaat het wetsvoorstel per 1 augustus 2022 onmiddellijk werken voor alle bestaande arbeidsovereenkomsten. Kortom, tijdige actie is geboden!

Publicatiedatum: 15 maart 2022


Deel dit nieuwsbericht