Geen recht op btw-aftrek gemeente voor terbeschikkingstelling sportaccommodaties om niet

Op 6 februari 2015 is een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd.

Feiten
Een gemeente is eigenaar van 13 binnensportaccommodaties. Zij stelt deze accommodaties om niet ter beschikking aan scholen in het primaire onderwijs. Daarnaast stelt zij de accommodaties tegen vergoeding beschikbaar aan scholen in het voortgezet onderwijs, sportverenigingen, bedrijven en particulieren (hierna: de gebruikers). De gemeente heeft met elk van de gebruikers overeenkomsten gesloten voor het gebruik.

De gemeente meent dat het ter beschikking stellen van de accommodaties om niet en tegen vergoeding één economische activiteit vormt, welke belast is, zodat zij volledig recht heeft op aftrek van de btw die met betrekking tot de sportaccommodaties aan haar in rekening wordt gebracht.

 De inspecteur stelt zich op het standpunt dat het om niet ter beschikking stellen van de sportaccommodaties aan de scholen voor primair onderwijs als zelfstandige prestatie moet worden beschouwd en geen economische activiteit vormt, waarvoor geen aftrek van btw mogelijk is.

Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat geen sprake is van een rechtstreekse en onmiddellijke samenhang tussen het ter beschikking stellen van de sportaccommodatie aan de scholen voor primair onderwijs en het ter beschikking stellen van de sportaccommodaties aan de sportverenigingen en de scholen voor voortgezet onderwijs. Belanghebbende heeft geen recht op aftrek voor zover zij de aan haar verrichte leveringen en diensten heeft gebruikt voor het ter beschikking stellen van de sportaccommodaties aan de scholen voor primair onderwijs, omdat geen sprake is van gebruik voor belaste handelingen.

Oordeel hof
Het hof oordeelt dat het enige verband tussen het om niet en tegen vergoeding ter beschikking stellen is dat het om sportaccommodaties gaat.
De terbeschikkingstelling om niet moet als zelfstandige handeling worden bezien. Nu voor die zelfstandige handeling geen vergoeding wordt berekend, is geen sprake van een economische activiteit.
De gemeente verricht zowel economische activiteiten (de terbeschikkingstelling tegen vergoeding) als niet-economische activiteiten (de terbeschikkingstelling om niet).
Dit brengt mee dat de inkoop-btw die ziet op de niet-economische activiteiten, niet aftrekbaar is.
Hof bevestigt daarmee de uitspraak van de rechtbank.

Slot
Uit deze uitspraak volgt dat inkoop-btw met betrekking tot binnensportaccommodaties slechts aftrekbaar is, voor zover zij tegen vergoeding worden geëxploiteerd. 

Publicatiedatum: 12 februari 2015