Mogelijk extra voorwaarde voor lage WW-premie vanaf 2023
Om te zorgen dat flexibel werk niet alleen wordt gebruikt
omdat het kostenvoordeel oplevert, maar vooral omdat de aard van het werk erom
vraagt, zijn met de Wet arbeidsmarkt in balans (hierna: Wab) de kosten- en
risicoverschillen tussen vaste en flexibele arbeidscontracten verminderd. De premiedifferentiatie
in de WW speelt hierbij een belangrijke rol. Werkgevers betalen voor vaste
contracten namelijk een lagere WW-premie dan voor flexibele contracten (2022:
2,70% tegenover 7,70%).
Bij de totstandkoming van de Wab is als uitgangspunt
gehanteerd, dat contractflexibiliteit zowel betrekking heeft op uren als op duur
van de arbeidsovereenkomst. Wanneer een tijdelijke urenuitbreiding als een
tweede arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt, dan is de hoge WW-premie van
toepassing. Er is namelijk geen sprake van een arbeidsovereenkomst van
onbepaalde tijd.
Uit onderzoek naar ontwijkconstructies in de WW komt
echter naar voren, dat werkgevers een tijdelijke urenuitbreiding zo vormgeven dat
daarvoor de lage WW-premie geldt. Dit wordt bewerkstelligd door de tijdelijke
urenuitbreiding te realiseren binnen een bestaande arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd.
Om de premiedifferentiatie in lijn te brengen met de
doelstellingen van de Wab liggen nu wijzigingen van het Besluit Wet
financiering sociale verzekeringen (hierna: Besluit Wfsv) voor internetconsultatie voor. De wijzigingen ten aanzien van de
premiedifferentiatie in de WW worden zo vormgegeven dat indien sprake is van
een arbeidsovereenkomst waarin meer dan één arbeidsomvang is overeengekomen de
hoge WW-premie gedurende de gehele periode dat dit is overeengekomen, dient te
worden afgedragen totdat er voor de resterende duur van de arbeidsovereenkomst
nog maar één arbeidsomvang geldt.
Om dit te bewerkstelligen is voorgesteld om in het
Besluit Wfsv een extra voorwaarde toe te voegen. Deze wijziging zou betekenen dat
werkgevers de lage WW-premie mogen afdragen als sprake is van een
arbeidsovereenkomst (i) voor onbepaalde tijd (ii) die schriftelijk is
vastgelegd, (iii) die geen oproepovereenkomst is en (iv) waarin geen sprake is
van meerdere arbeidsomvangen.
De beoogde inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit
Wfsv is 1 januari 2023.
Publicatiedatum: 20 maart 2022
Deel dit nieuwsbericht