Ook belastingrente verschuldigd als afnemer btw in aftrek zou kunnen brengen

Ook belastingrente verschuldigd als afnemer btw in aftrek zou kunnen brengen

Op 18 februari 2019 is een uitspraak van Hof Amsterdam gepubliceerd. Uit deze uitspraak volgt dat terecht heffingsrente respectievelijk belastingrente in rekening is gebracht, ook al had de afnemer de btw in aftrek kunnen brengen als deze in rekening zou zijn gebracht.

Feiten
Belanghebbende, een besloten vennootschap, houdt een belang van ongeveer 26% in Y B.V. belanghebbende en Y B.V. hebben op 17 maart 2008 een managementovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst ging in op 1 april 2008 en eindigde van rechtswege op 30 juni 2008. Volgens deze overeenkomst was Y B.V. verplicht voor de managementactiviteiten een bedrag van € 6.500 per maand, exclusief btw, te betalen.

Belanghebbende en Y B.V. hebben na 30 juni 2008 de samenwerking voortgezet. Tussen belanghebbende en Y B.V. was hierbij niet in geschil dat Y B.V. hiervoor een bedrag van € 6.500 per maand, exclusief btw, zou zijn verschuldigd. Y B.V. kwam in moeilijke financiële omstandigheden. Gelet hierop hebben Y B.V. en belanghebbende afgesproken dat niet alle bedragen zouden worden gefactureerd. Wanneer de financiële omstandigheden zouden verbeteren, zou alsnog worden gefactureerd. Y B.V. hoefde de niet gefactureerde bedragen nog niet te betalen.

Y B.V. heeft in haar jaarstukken een verplichting (voorziening) opgenomen voor de managementdiensten die belanghebbende aan haar heeft verricht, maar niet aan haar heeft gefactureerd. In 2014 bedroeg deze voorziening € 251.986. Belanghebbende heeft een vergelijkbare vordering in haar jaarstukken vermeld.

In 2014 heeft de adviseur van Y B.V. de inspecteur verzocht een standpunt te bepalen voor de situatie dat de nog te betalen managementvergoeding van € 251.986 zou worden omgezet in aandelenkapitaal. Naar aanleiding hiervan zijn uiteindelijk de naheffingsaanslagen aan belanghebbende opgelegd.

Anders dan bij de Rechtbank is bij het Hof niet langer in geschil dat de naheffingsaanslagen btw terecht zijn opgelegd. In geschil is alleen nog of terecht heffingsrente (tot en met 2011) c.q. belastingrente (2012 en 2013) in rekening is gebracht.

Hof
Het Hof stelt de inspecteur op basis van de volgende punten in het gelijk.

  • Heffingsrente is geen boete, zodat voor het in rekening brengen van heffingsrente niet van belang is of het al dan niet aan de schuld of nalatigheid van belanghebbende is te wijten dat te weinig belasting is aangifte aan de Belastingdienst.
  • De renteberekening heeft niet de essentiële kenmerken van een btw.
  • Er is geen sprake van schending van het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.
  • Er is geen sprake van een met het doeltreffendheidsbeginsel strijdige heffing.
  • Belanghebbendes stelling dat de Rijkskas per saldo geen schade heeft geleden, aangezien haar afnemer de nageheven btw als (voor)belasting in haar aangiften in aftrek had kunnen brengen, en dat daarom dient te worden afgezien van het in rekening brengen van rente vindt geen steun in het recht.

Belang voor de praktijk
Uit deze uitspraak blijkt dat het verstandig is om verschuldigde btw tijdig aan de Belastingdienst te betalen. Anders kunt u niet alleen geconfronteerd worden met boetes maar ook met belastingrente. Dat de afnemer de btw in aftrek kan brengen als deze in rekening zou worden gebracht, doet hier niet aan af.

Publicatiedatum: 03 maart 2019


Deel dit nieuwsbericht