Schending doeltreffendheidsbeginsel: startende ondernemer met zonnepanelen heeft recht op teruggaaf van btw

Op 12 juli 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld dat, door aan startende ondernemers met zonnepanelen geen aangiftebiljet uit te reiken die mede de periode omvat waarin het recht op aftrek is ontstaan, de inspecteur startende ondernemers met zonnepanelen anders behandelt dan andere startende ondernemers. De inspecteur handelt in strijd met het unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel.

Feiten
X heeft op 5 juni 2013 niet-geïntegreerde zonnepanelen laten installeren op zijn privéwoning. De leverancier heeft met betrekking tot deze installatie aan X een factuur met factuurdatum 29 mei 2013 gestuurd met een bedrag van € 1.533,97 aan btw. Vanaf de datum van installatie wordt tegen vergoeding energie geleverd aan de energiemaatschappij. X heeft zich op 20 december 2013, naar aanleiding van het Europese Fuchs-arrest (iedereen die regelmatig stroom opwekt en levert aan een energiemaatschappij is ondernemer voor de btw), aangemeld als btw-ondernemer. X heeft het door de inspecteur uitgereikte aangiftebiljet ‘startende ondernemers’ ingevuld. Daarin heeft X aangegeven dat hij € 100 aan btw is verschuldigd en heeft hij verzocht om aftrek van btw van € 1.533, resulterende in een btw-teruggaaf van € 1.433.
De inspecteur verklaart het verzoek om teruggaaf van btw niet-ontvankelijk. Volgens de inspecteur heeft X zich te laat als ondernemer aangemeld, te laat btw-aangifte over de periode van aanschaf van de zonnepanelen gedaan en kent het beleid van de Belastingdienst naar aanleiding van het Fuchs-arrest geen terugwerkende kracht.

Gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof heeft het Fuchs-arrest terugwerkende kracht.

Door X, die als btw-ondernemer kwalificeert in verband met de aanschaf van zonnepanelen, niet dezelfde mogelijkheden te verschaffen om zijn recht op aftrek van btw te effectueren als iemand die om andere redenen dan de aanschaf van zonnepanelen als btw-ondernemer kwalificeert, handelt de inspecteur in strijd met het unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. Aan X is ten onrechte geen aangiftebiljet uitgereikt dat (mede) betrekking had op (een deel van) het tweede kwartaal van 2013. Aan X had een aangiftebiljet moeten worden uitgereikt over de periode 1 april 2013 tot en met 31 december 2013 of 29 mei 2013 tot en met 31 december 2013. Gelet hierop, merkt het gerechtshof de door X ingediende btw-aangifte aan als een aangifte die mede de maanden mei en juni 2013 omvat.

X heeft binnen de door de inspecteur gestelde termijn aangifte gedaan. De aangifte en het verzoek om teruggaaf is daarmee tijdig gedaan. Het standpunt van de inspecteur dat het verzoek om teruggaaf te laat is ingediend, namelijk niet binnen één maand na het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan of niet binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarin het recht op teruggaaf is ontstaan, is onjuist. Andere startende btw-ondernemers worden deze termijnen namelijk ook niet tegengeworpen.

X heeft recht op teruggaaf van btw ter hoogte van € 1.433.

Publicatiedatum: 26 juli 2017