Wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens
De Eerste Kamer heeft op 12 januari 2021 het voorstel van ‘Wet
bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ aangenomen. Twee onderdelen van het
wetsvoorstel zijn met terugwerkende krach tot en met 1 januari 2021 in werking
getreden, te weten de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij een
RVU (beter gezegd, de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling) en de uitbreiding van
de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof van 50 naar
maximaal 100 weken. Ten aanzien van het onderdeel ‘bedrag ineens’ heeft de
Eerste Kamer de regering destijds verzocht om te zoeken naar een beter
uitvoerbaar en communiceerbaar alternatief voor het uitgestelde
uitbetalingsmoment. Daarbij is het verzoek gedaan om dit onderdeel eerst per 1
januari 2023 in werking te laten treden.
Het onderdeel ‘bedrag ineens’, dat is dus nog niet is
ingegaan, is erop gericht om deelnemers aan pensioenregelingen de mogelijkheid
te bieden om een deel van de waarde van de aanspraken op het ouderdomspensioen
als bedrag ineens op te nemen. Dat kan op twee momenten, te weten de
pensioeningangsdatum of in februari volgend op het jaar waarin de deelnemer de
AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt (uitgesteld uitbetalingsmoment). Tussen
deze twee momenten moet de deelnemer dus kiezen.
Gezien de complexiteit die dit uitgestelde uitbetalingsmoment
voor pensioenuitvoerders oplevert, heeft het kabinet op 30 juni 2022 het
wetsvoorstel ‘Wet herziening bedrag ineens’ bij de Tweede Kamer ingediend. Dit
wetsvoorstel stelt op twee onderdelen een herziening van het eerdere
wetsvoorstel voor. Allereerst wordt voorgesteld om de periode tussen de
pensioeningangsdatum en de uitgestelde uitbetaling te verkorten. Dit heeft als
gevolg dat de doelgroep die gebruik kan maken van de uitgestelde uitbetaling
wordt beperkt. Daarnaast voorziet het voorstel in een wijziging van de
uitkeringsstroom en het uitbetalingsmoment.
Op 30 juni 2022 heeft het kabinet het wetsvoorstel ‘Wet
herziening bedrag ineens’ aangeboden aan de Tweede Kamer. De beoogde
inwerkingtreding van de wet is 1 juli 2023.
Publicatiedatum: 05 juli 2022
Deel dit nieuwsbericht