Handhavingsmoratorium schijnzelfstandigheid vervalt uiterlijk op 1 januari 2025

Handhavingsmoratorium schijnzelfstandigheid vervalt uiterlijk op 1 januari 2025

Het kabinet heeft de ambitie om het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025, of eerder indien mogelijk, af te schaffen. Ook wil het kabinet het toezicht op en de handhaving van schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst versterken. Dit schrijven staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst en minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in een brief die op 24 juni 2022 aan de Tweede Kamer is gestuurd. 

De brief aan de Tweede Kamer is een reactie op het rapport ‘Focus op handhaving Belastingdienst’ dat de Algemene Rekenkamer op 5 april 2022 publiceerde en een eerdere evaluatie van het toezichtplan arbeidsrelaties door de Auditdienst Rijk.

De beoordeling van arbeidsrelaties en de daarbij behorende correcte bijdragen zijn volgens het kabinet van belang voor de houdbaarheid van het fiscale en sociale stelsel. De beide rapporten maken volgens het kabinet echter duidelijk dat er niet één simpele oplossing bestaat voor de problematiek van de schijnzelfstandigheid. Daarom worden langs drie lijnen maatregelen genomen. Deze maatregelen zijn:

  1. De inzet op een gelijker speelveld voor contractvormen wat betreft arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit;
  2. Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige buiten dienstbetrekking (beoordeling van arbeidsrelaties) alsmede het ondersteunen van werkenden om hun rechtspositie op te eisen, en;
  3. Het verbeteren van toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid.

In de hoofdlijnenbrief arbeidsmarkt, die de minister van SZW vóór de zomer naar de Kamer zal sturen, wordt nader ingegaan op de punten 1 en 2. Voor het derde punt zet het kabinet in op de afschaffing van handhavingsmoratorium en het versterken van het toezicht door de Belastingdienst.

De bewindspersonen verwachten dat de afschaffing van het handhavingsmoratorium gepaard zal gaan met enige onrust, omdat het na zes jaar van vrijwel niet handhaven op de kwalificatie van arbeidsrelaties een grote verandering zal zijn. Om te voorkomen dat er een soortgelijke maatschappelijke onrust ontstaat als destijds bij het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelaties (VAR) en de introductie van de Wet DBA zal de Belastingdienst een uitvoeringstoets uitvoeren. Ook zullen sociale partners en stakeholders in sectoren als onderwijs, zorg, cultuur en bouw worden betrokken.

In het najaar sturen de bewindspersonen een brief aan de Tweede Kamer over ‘werken als zelfstandige’. Daarin geven zij aan per wanneer het handhavingsmoratorium wordt opgeheven, op welke wijze dat zal gaan en welke flankerende maatregelen worden genomen. Door de datum waarop het handhavingsmoratorium wordt afgeschaft van te voren aan te kondigen, kunnen partijen de overgangsperiode gebruiken om indien nodig hun arbeidsrelatie anders in te richten. 

Publicatiedatum: 25 juni 2022


Deel dit nieuwsbericht